Advies over de aansluitingsproblematiek in het kunstonderwijs
Na een discussiedag in november 2007 over hoe leerlingen uit het DKO en het KSO in de beste omstandigheden verder kunnen studeren in het HKO, formuleert de Algemene Raad hierover een advies op aangeven van het overlegplatform Kunstonderwijs.
De Vlor pleit voor overleg en samenwerkingsverbanden tussen alle betrokken partners. Inhouden en doelstellingen van het kunstonderwijs moeten op elkaar worden afgestemd teneinde de overgang naar het HKO zo optimaal te laten verlopen.
In het kader van een goede en objectieve informatieverwerking over het kunstonderwijs bij de studiekeuzebegeleiding, vindt de raad het ook nuttig dat er gewerkt wordt aan de verdere professionalisering van schoolteams en CLB-personeel.
De Vlor vraagt dat de hogescholen bij de organisatie van hun toelatingsproeven op transparante wijze te werk gaan. Ter ondersteuning ontwikkelde het overlegplatform Kunstonderwijs in juni 2008 een controlelijst voor informatieverstrekking via de websites van de hogescholen over hun toelatingsproeven.
De raad signaleert enkele organisatorische knelpunten van het stagesysteem van de kunstgerichte lerarenopleiding: toename van het stagevolume, rekrutering en opleiding van stagementoren, ontoereikende middelen, ... De raad beveelt ook een betere informatie-uitwisseling aan tussen de hogescholen en mentoren teneinde de lerarenopleiding beter af te stemmen op de vereisten van het DKO en KSO.
Als gevolg van de bestaande regelingen op de bekwaamheidsbewijzen stellen zich een aantal problemen met betrekking tot de lesbevoegdheid in DKO en KSO. De raad vraagt dat men bij het zoeken naar een oplossing voor deze problematiek de bestaande structuren van het systeem van de bekwaamheidsbewijzen handhaaft.
Ten slotte wijst de Vlor op de nood aan beschikbaarheid van volledige doorstroomgegevens binnen het kunstonderwijs.
Download hier het volledige advies
De Vlor pleit voor overleg en samenwerkingsverbanden tussen alle betrokken partners. Inhouden en doelstellingen van het kunstonderwijs moeten op elkaar worden afgestemd teneinde de overgang naar het HKO zo optimaal te laten verlopen.
In het kader van een goede en objectieve informatieverwerking over het kunstonderwijs bij de studiekeuzebegeleiding, vindt de raad het ook nuttig dat er gewerkt wordt aan de verdere professionalisering van schoolteams en CLB-personeel.
De Vlor vraagt dat de hogescholen bij de organisatie van hun toelatingsproeven op transparante wijze te werk gaan. Ter ondersteuning ontwikkelde het overlegplatform Kunstonderwijs in juni 2008 een controlelijst voor informatieverstrekking via de websites van de hogescholen over hun toelatingsproeven.
De raad signaleert enkele organisatorische knelpunten van het stagesysteem van de kunstgerichte lerarenopleiding: toename van het stagevolume, rekrutering en opleiding van stagementoren, ontoereikende middelen, ... De raad beveelt ook een betere informatie-uitwisseling aan tussen de hogescholen en mentoren teneinde de lerarenopleiding beter af te stemmen op de vereisten van het DKO en KSO.
Als gevolg van de bestaande regelingen op de bekwaamheidsbewijzen stellen zich een aantal problemen met betrekking tot de lesbevoegdheid in DKO en KSO. De raad vraagt dat men bij het zoeken naar een oplossing voor deze problematiek de bestaande structuren van het systeem van de bekwaamheidsbewijzen handhaaft.
Ten slotte wijst de Vlor op de nood aan beschikbaarheid van volledige doorstroomgegevens binnen het kunstonderwijs.