Advies over de Europese mededeling 'Rethinking education'
Een tweede adem voor het Europese onderwijsbeleid?
Op 29 november publiceerde de Europese Commissie een ambitieus voorstel over de toekomst van het onderwijs. De mededeling beschrijft de maatschappelijke rol van het onderwijs in de huidige economische crisis. De voorstellen van de Commissie zijn inhoudelijk veelomvattend. Tegelijk veronderstellen ze dat het engagement van de lidstaten om de gezamenlijke en nationale doelstellingen in de praktijk om te zetten veel strikter wordt opgevolgd. Om dat te realiseren, worden meer onderwijsdoelen dan in het verleden gekoppeld aan het Europese semester. De Vlor reageerde op zeer korte termijn op de mededeling van de Commissie om zo mee de Vlaamse standpuntbepaling in het voorjaar 2013 te beïnvloeden. In latere adviezen over specifieke thema’s zal ieder thema op zich verder moeten worden uitgediept.
Overheden moeten investeren in onderwijs
De Vlor beschouwt de voorstellen van Europa als een niet mis te verstaan signaal voor de verschillende overheden en regeringsleiders: ze moeten beseffen dat investeren in talenten van jongeren en volwassenen broodnodig is. Die talenten bieden immers een structurele onderbouw voor een duurzame maatschappelijke ontwikkeling en economische welvaart. De Vlor beschouwt onderwijs en vorming als een publieke verantwoordelijkheid waarvoor publieke middelen beschikbaar moeten zijn. Er moet dan ook uiterst behoedzaam worden omgesprongen met de inbreng van eigen middelen van de lerenden en met commerciële vormingsinitiatieven.
Geen eenzijdig onderwijsbeleid
De Vlor pleit voor een brede benadering van het onderwijsbeleid. Daarin staan duurzaamheid, sociale cohesie, gelijke onderwijskansen en een ontwikkelingsgerichte benadering als gelijkwaardige doelen naast de afstemming op de arbeidsmarkt.
Aandachtspunten voor onderwijsbeleid
Wat de sturings- en opvolgingsmechanismen betreft, pleit de Vlor voor een benadering van het onderwijsbeleid vanuit het subsidiariteitsprincipe. Beslissingen over onderwijsbeleid moeten op de relevante niveaus worden genomen. Europa reikt het kader voor de samenwerking aan, maar daarnaast dragen de lidstaten/regio’s de hoofdverantwoordelijkheid om het onderwijsbeleid in te vullen en de Europees afgesproken kaders in de eigen onderwijstraditie in te passen. Het valt de Vlor op dat de Europese teksten te weinig aandacht besteden aan de rol die scholen en scholengemeenschappen/scholengroepen in het onderwijsbeleid opnemen. Bij een debat over de effectiviteit van het onderwijsbeleid moet dat lokale niveau zeker worden gevaloriseerd. De Vlor wijst erop dat het Vlaamse onderwijsbeleid duidelijk spoort met de beleidslijnen die Europa uitzet. Toch moet erover worden gewaakt dat er zowel op het Europese als op het Vlaamse niveau transparante beslissingslijnen worden uitgezet. En omdat er zo veel projecten worden voorgesteld, moeten beide niveaus duidelijke keuzes maken en prioriteiten stellen. De Vlor mist in het Europese denken over onderwijsinnovatie aandacht voor implementatieprocessen, zowel in de lidstaten als op het schoolniveau.