Advies over de nota ‘De genderloopbaankloof’
Op het einde van de legislatuur wil de minister vanuit zijn bevoegdheid voor gelijke kansen een actieplan en beleidsengagementen voorleggen ter bestrijding van de loopbaankloof tussen mannen en vrouwen. Ter voorbereiding maakte Prof. Luc Sels een analyse waarin hij een aantal adviesvragen stelt aan de SERV en de Vlor. De Vlor beantwoordt de specifieke vragen over studie- en beroepskeuze en over de plaats van gendergelijkheid in het curriculum.
Onderwijs niet enkel arbeidsmarktgebonden
Centraal uitgangspunt van het advies is de visie van de Vlor op vormend onderwijs gericht op persoonlijkheidsontwikkeling en kritisch-creatieve integratie in maatschappij en cultuur. Voorbereiding op het latere beroepsleven maakt daar deel van uit. Maar dat betekent niet dat de arbeidsmarkt eenzijdig doelen kan opleggen aan onderwijs of studiekeuzeprocessen kan sturen. In het verlengde van deze visie heeft studiekeuzebegeleiding als doel lerenden actief en bewust hun keuzeproces te laten sturen en hen aan te zetten tot persoonlijke verantwoordelijkheid voor hun keuzes. De feitelijke uitkomst van dat proces, het effectief aantal ingeschreven j/m in de diverse studierichtingen, is als dusdanig geen valide indicator om de objectiviteit en de professionaliteit van de studiekeuzebegeleiding te beoordelen. De kwaliteit van het studiekeuzeproces is niet louter af te meten aan arbeidsmarktgebonden outputindicatoren (zoals verhouding m/v). De Vlor ziet zeker een rol weggelegd voor de partners op de arbeidsmarkt in het studiekeuzeproces: jongeren hebben nood aan informatie over de arbeidsmarkt en de verschillende beroepen.
Gelijke onderwijskansen
Studiekeuzebegeleiding kan een krachtig instrument zijn om gelijke onderwijskansen te realiseren. Lerenden (meisjes/jongens, vrouwen/mannen) mogen niet op basis van geslacht of gender en/of genderopvattingen georiënteerd mogen worden, maar wel op basis van talenten. Daarvoor moeten ze zich eerst bewust zijn van stereotiepe beelden over j/m, m/v in relatie tot beroepen. Zeker voor de keuze van meisjes voor STEM-richtingen is hierrond nog heel wat werk te doen.
Evalueer en veranker bestaande acties
Het onderwijscurriculum bevat heel wat aanknopingspunten om daar aan te werken. De Vlor stelt ook vast dat er de laatste jaren heel wat acties en projecten lopen rond gender in onderwijs. Er is nu geen duidelijk zicht op effecten of resultaten ervan. De raad kijkt uit naar het resultaat van de evaluatie van al deze acties en pleit voor duurzame verankering ervan.
Nog uit te klaren
De Vlor geeft ook nog een aantal elementen mee die het toekomstig debat over de genderloopbaankloof kunnen verrijken (en die nu nog niet in de nota van Sels opgenomen zijn):
- het concept loopbaan verbreden;
- het concept gender helder en genuanceerd hanteren;
- niet enkel focussen op studiekeuze binnen SO en naar HO, maar bijvoorbeeld ook aandacht besteden aan m/v-samenstelling onderwijspersoneel;
- de relatie tot hervorming SO bekijken;
- aandacht hebben voor kwetsbare groepen (zowel bij jongens als meisjes);
- onderzoek plannen en benutten.