Skills Strategy van de OESO voor Vlaanderen
De OESO-skills-strategie was een participatief traject dat liep van januari 2018 tot januari 2019. Via workshops werd input verzameld bij verschillende beleidsdomeinen en stakeholders, waaronder leden van de Vlor. Het eindrapport formuleerde enkele aanbevelingen voor een versterking van het skills systeem in Vlaanderen en de ontwikkeling van een skills-strategie. De Vlaamse Regering heeft met dit rapport een belangrijke bouwsteen in handen om tijdens de volgende legislatuur werk te maken van een omvattend beleid rond levenslang leren.
De Vlor vindt dat de OESO te sterk naar onderwijs kijkt vanuit het perspectief van de arbeidsmarkt. De maatschappelijke opdracht van onderwijs rijkt echter verder dan een kwalificatiefunctie. Naast inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, draagt onderwijs ook bij tot maatschappelijke participatie en persoonlijke ontwikkeling.
De Vlor stelt ook vast dat de aandacht voor kansengroepen geen speerpunt is van het OESO-rapport. Het rapport legt een te sterke focus op het tegengaan van competentieveroudering van werkenden, personen die reeds deelnemen aan de arbeidsmarkt. Er worden onvoldoende aanbevelingen uitgewerkt voor een competentiebeleid dat zich richt naar laaggeschoolden, middengeschoolden, momenteel inactieve mensen en nieuwkomers. Als deze focus niet voldoende gelegd wordt, dreigt een beleid rond levenslang leren het bestaande mattheuseffect te vergroten in plaats van te verkleinen.
Leercultuur ontwikkelen
Het OESO-rapport onderstreept het belang van een leercultuur, maar concretiseert onvoldoende op welke manier zo’n leercultuur kan ontwikkeld en gestimuleerd worden. Volgens de Vlor moeten jongeren in het leerplichtonderwijs al voorbereid worden op levenslang leren, algemeen vormende competenties aangereikt krijgen als basis voor latere opleiding en vorming. Dit houdt ook een positieve attitude ten aanzien van leren in. Zin in leren en bereidheid tot deelname aan verdere opleiding en vorming moeten dan gecontinueerd worden in het hoger onderwijs en volwassenenonderwijs.
Competenties beter matchen op de arbeidsmarkt
Buiten onderwijs zijn er voldoende mogelijkheden om beroepskwalificerende trajecten flexibel te organiseren, maar die mogelijkheden ontbreken in onderwijs. De Vlor blijft daarom vragende partij voor een gelijke kwaliteitsstandaard, meer flexibiliteit, snellere procedures voor de onderwijsverstrekkers bij de koppeling van beroepskwalificaties aan curriculum, erkenning en programmatie.
De organisatie van levenslang leren voor volwassenen verbeteren
Een beleid rond levenslang leren raakt aan verschillende beleidsdomeinen, waaronder Onderwijs, Werk, Sociale Economie, Inburgering en Integratie. Al deze beleidsdomeinen hebben een specifieke opdracht te vervullen en zijn partner in het bereiken van sommige onderwijsdoelen. De Vlor staat voor een samenwerking die vorm krijgt vanuit een assertieve dialoog waarin het onderwijsveld vanuit zijn eigen professionaliteit, dynamiek, waarden en engagement in gesprek kan gaan. Een agentschap voor levenslang leren, waarin alle opleidingsinitiatieven voor volwassenen verzameld worden en gesitueerd wordt buiten het beleidsdomein Onderwijs, onderschrijft de Vlor niet.
De financiering van levenslang leren verbeteren
Het ontwikkelen van een leeraccount, waarbij opleidingsstimulansen zoals financiële stimulansen en verlofstelsels gebundeld worden, vindt de Vlor een goede denkpiste. Een belangrijke voorwaarde bij de invoering van zo’n systeem is de koppeling aan een voldoende uitgebouwde leerloopbaanbegeleiding. Een leeraccount moet ook voldoende gericht zijn op het tegengaan van het mattheuseffect en het verhogen van de participatie van kansengroepen.
De Vlor benadrukt dat de invoering van de leeraccount enkel gericht is op het bundelen van de bestaande financiële opleidingsstimulansen gericht op transparantie en efficiëntie. Dit kan voor de Vlor geen afbreuk doen aan de publieke financiering van de instellingen van het volwassenen- en hoger onderwijs.