Advies over de programmatieaanvragen buitengewoon basisonderwijs 2016-2017
De Vlor beraadde zich over 13 programmatieaanvragen voor het schooljaar 2016-2017 voor de oprichting van nieuwe types in scholen voor buitengewoon basisonderwijs.
Criteria
Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van het decreet van 21 maart 2014 betreffende de programmatieaanvragen bepaalt dat de Vlor op basis van volgende beoordelingscriteria advies moet geven over de programmatieaanvragen voor de oprichting van een nieuw type in het buitengewoon basisonderwijs:
Administratieve criteria
- Werd er onderhandeld met het lokaal onderhandelingscomité, en wat is het resultaat?
- Werd er overleg gepleegd met de schoolraad, en wat is het resultaat?
- Op welk onderwijsniveau heeft de oprichting betrekking?
Omgevingsanalyse
- Worden in het programmatievoorstel de noodzaak, de doelmatigheid en de leefbaarheid, met inbegrip van een realistische inschatting van het potentiële aantal leerlingen, afdoende gemotiveerd in een omgevingsanalyse, waarbij in de mate van het mogelijke ook rekening gehouden wordt het lokale aanbod?
- Wordt, in relatie tot het reeds bestaande aanbod van het type of programmatieaanvragen van andere scholen voor hetzelfde type buitengewoon onderwijs, een redelijke spreiding beoogd, rekening houdend met de wetenschappelijk te verwachten prevalentie en met het oog op een optimale organisatie van het leerlingenvervoer?
- Worden de aangepaste en schoolexterne begeleidingsmogelijkheden voor de te programmeren doelgroep in kaart gebracht, en als dat niet het geval is, wordt dat dan afdoende gemotiveerd?
Expertise en professionalisering
- Beschikt de school over de nodige expertise voor het bijkomend aanbod waarop de programmatieaanvraag betrekking heeft?
- Zijn er recent inspanningen geleverd om het personeel te professionaliseren voor het nieuwe type of zijn dergelijke inspanningen gepland?
Infrastructuur en materiële voorzieningen
- Heeft de school de vereiste infrastructurele en materiële voorzieningen op het gebied van toegankelijkheid en hulpmiddelen voor het type dat ze wil programmeren?
Algemene opmerkingen bij het advies
In het advies over de programmatieaanvragen voor het schooljaar 2015-2016 waren er problemen met de ontvankelijkheid van dossiers. Voor de aanvragen voor schooljaar 2016-2017 wil de Vlor zijn appreciatie benadrukken voor de inspanningen van AgoDi voor wat betreft het nakijken van de aanvraagdossiers op ontvankelijkheid en tijdig aanleveren van volledige aanvraagdossiers. Vanuit de ervaringen uit het vorige jaar, screenden de onderwijsnetten dit maal reeds voor de indiening de meeste aanvraagdossiers op hun haalbaarheid. In de (intenties tot) aanvragen is dus voorafgaandelijk reeds een selectie gemaakt binnen de onderwijsnetten. De Vlor betreurt dat scholen, die een programmatieaanvraag indienden voor schooljaar 2015-2016 en uiteindelijk geen toestemming kregen van de Vlaamse Regering om een nieuw type op te richten, hiervoor geen duidelijke motivering op maat kregen en vraagt een gedetailleerde verantwoording per aanvraag. De Vlor heeft op het moment van advisering een onvoldoende zicht op het aantal leerlingen type 9 en kan daarom moeilijk beoordelen of er rekening gehouden is met een redelijke regionale spreiding van het aanbod. Het is enerzijds niet duidelijk of alle leerlingen die momenteel door psychiaters of psychologen gediagnosticeerd werden met ASS (autismespectrumstoornis), ook door het clb ge(her)attesteerd werden als type 9. Anderzijds werd de telling van de leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs per type uitgesteld van 1 oktober 2015 naar 1 februari 2016, waardoor de Vlor ook geen zicht heeft op te tellingsgegevens.
Verder verloop
De Vlaamse Regering neemt een beslissing over de programmatieaanvraag op basis van het advies van de Vlor, AgODi en de Onderwijsinspectie.