Advies over de toelatingsproef arts/tandarts

Twintig jaar geleden voerde de Vlaamse Gemeenschap het toelatingsexamen voor arts en tandarts in als antwoord op de federale contingentering. Die legt het maximum aantal artsen en tandartsen vast die prestaties mogen leveren die in aanmerking komen voor de terugbetaling door het RIZIV. Het doel van de toelatingsproef is om de instroom van studenten in lijn te brengen met dat contingent. Daarnaast kan met het examen ook de bekwaamheid van toekomstige studenten arts/tandarts getest worden.

Het invoeren van een toelatingsexamen is één manier om aan de contingentering te voldoen. In dit advies bekijkt de Vlor de vraag of dat toelatingsexamen daarvoor de beste manier is.

Voor-/nadelen

Sinds 2018 werkt het toelatingsexamen met een numerus fixus in plaats van een numerus clausus. In een eerder advies schaarde de Vlor zich achter deze omschakeling omdat daarmee het toelatingsexamen transparanter en toegankelijker wordt. De Vlor ziet ook een aantal nadelen bij het toelatingsexamen: het selecteert bepaalde profielen van studenten, sluit mogelijks andere potentiële studenten uit en heeft tot nog toe lage slaagkansen. Toch vindt de Vlor dat het toelatingsexamen vandaag nog steeds verantwoord is omdat het aantal potentiële studenten ontzettend groot is en de opleidingen arts/tandarts duur zijn.

Kansen

De Vlor blijft echter bezorgd over de weinig diverse samenstelling van de populatie van de studenten geneeskunde en tandheelkunde. Hij stelt daarom een aantal bijsturingen voor waar ook vandaag al aan kan gewerkt worden: een toegankelijke voorbereiding op het toelatingsexamen, een vroege sensibilisering in het secundair onderwijs, inzetten op bijkomende testexpertise, verder nadenken over redelijke aanpassingen.

Door de numerus fixus daalt mogelijkerwijs de moeilijkheidsgraad van het examen. De Vlor vindt dat een stap in de goede richting om de kansen te vergroten voor meer studenten, al moet dat nog aangetoond worden in de feiten. Als immers uit deze gegevens blijkt dat bepaalde groepen systematisch minder goed scoren of zelfs niet deelnemen aan het toelatingsexamen, dan moet verder gezocht worden naar oplossingen en moet er verder nagedacht worden over ondersteunende of alternatieve instrumenten. De Vlor vraagt de overheid de gegevens over de deelnemers aan het toelatingsexamen veel nauwkeuriger te monitoren dan vandaag het geval is.

Contingent

De raad dringt er ook op aan dat de overheid voldoende aandacht blijft besteden aan de correcte inschatting van het contingent. Sinds Vlaanderen zelf de subquota voor artsen en tandartsen kan bepalen, kan het ook zelf werken aan de knelpunten in de specialisaties. Tekorten kunnen opgelost worden door aan het contingent te sleutelen, maar dit is slechts een eerste stap die moet gevolgd worden door het creëren van meer opleidingsplaatsen. Als de overheid dit belangrijk vindt, dan moet zij hiervoor de nodige financiering voorzien. 

Download hier het volledige advies (PDF, 290.93KB)