Advies over het toelatings- en oriënteringsbeleid
Om te vermijden dat leerlingen in het gewoon secundair onderwijs onrealistische overgangen maken tussen studierichtingen, is een goede studiekeuzebegeleiding primordiaal. Daarnaast aanvaardt de Raad Secundair Onderwijs dat de overheid en eventueel de scholengemeenschap bepaalde overgangen in de regel uitsluiten op basis van objectieve criteria.
De Raad Secundair Onderwijs bracht op eigen initiatief advies uit over overgangen binnen de tweede graad en van de tweede naar de derde graad van het gewoon secundair onderwijs. Hij vindt een goed toelatings- en oriënteringsbeleid en ondersteuning van leerlingen en ouders het belangrijkst om doelmatige overgangen te bevorderen. De scholen zijn verantwoordelijk voor een degelijke studiekeuzebegeleiding als onderdeel van de leerlingenbegeleiding. De centra voor leerlingenbegeleiding staan hen daarin bij met raad en daad. De raad stelt voor dat scholen en scholengemeenschappen een studieloopbaanrooster opstellen dat de verschillende overgangsmogelijkheden tussen studierichtingen en studiegebieden en de “haalbaarheid” ervan visualiseert. Dit geeft ook leerlingen, ouders en leraren een houvast bij oriënteringsadviezen.
Toch moet het mogelijk zijn dat een school op basis van objectieve criteria een bepaalde inschrijving of overgang niet toestaat. Die criteria moeten vooraf vastliggen en bekend zijn. Ze houden verband met de vooropleiding, en schoolloopbaan van de leerling, medische aspecten, haast onoverbrugbare verschillen tussen twee studiegebieden of de draagkracht van de school. De overheid zou daarover een aantal minimale regels moeten vastleggen zodat een beperkte lijst van niet-toegelaten overgangen ontstaat. Scholengemeenschappen kunnen eventueel aanvullend bepaalde overgangen uitsluiten op voorwaarde dat zij daarover in overleg een beleid ontwikkelen. Maar de toelatingsklassenraad moet altijd voor individuele leerlingen een uitzondering kunnen toestaan als daar goede argumenten voor zijn.
Toelatingsproeven als deel van een intakeprocedure vindt de raad alleen voor KSO-richtingen en studierichtingen met sport aanvaardbaar. Als scholen beslissen om toelatingsproeven te gebruiken, moeten zij de procedure, criteria en organisatie vooraf en in overleg vastleggen.