Programmaties in het buitengewoon basisonderwijs 2020-2021

De Vlor formuleerde een advies over 3 programmatieaanvragen voor het schooljaar 2020-2021 waarvan 1 voor de oprichting van een nieuw type in een bestaande school en 2 voor een type in een nieuwe op te richten school. De Vlaamse Regering zal op basis van dit advies en samen met de adviezen van AGODI en de onderwijsinspectie over deze aanvragen een beslissing nemen.

Criteria

Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van het decreet van 21 maart 2014 betreffende de programmatieaanvragen bepaalt dat de Vlor op basis van volgende beoordelingscriteria advies moet geven over de programmatieaanvragen voor de oprichting van een nieuw type in het buitengewoon basisonderwijs:

Administratieve criteria

  • Werd er onderhandeld met het lokaal onderhandelingscomité, en wat is het resultaat?
  • Werd er overleg gepleegd met de schoolraad, en wat is het resultaat?
  • Op welk onderwijsniveau heeft de oprichting betrekking?

Omgevingsanalyse

  • Worden in het programmatievoorstel de noodzaak, de doelmatigheid en de leefbaarheid, met inbegrip van een realistische inschatting van het potentiële aantal leerlingen, afdoende gemotiveerd in een omgevingsanalyse, waarbij in de mate van het mogelijke ook rekening gehouden wordt het lokale aanbod?
  • Wordt, in relatie tot het reeds bestaande aanbod van het type of programmatieaanvragen van andere scholen voor hetzelfde type buitengewoon onderwijs, een redelijke spreiding beoogd, rekening houdend met de wetenschappelijk te verwachten prevalentie en met het oog op een optimale organisatie van het leerlingenvervoer?
  • Worden de aangepaste en schoolexterne begeleidingsmogelijkheden voor de te programmeren doelgroep in kaart gebracht, en als dat niet het geval is, wordt dat dan afdoende gemotiveerd?

Expertise en professionalisering

  • Beschikt de school over de nodige expertise voor het bijkomend aanbod waarop de programmatieaanvraag betrekking heeft?
  • Zijn er recent inspanningen geleverd om het personeel te professionaliseren voor het nieuwe type of zijn dergelijke inspanningen gepland?

Infrastructuur en materiële voorzieningen

  • Heeft de school de vereiste infrastructurele en materiële voorzieningen op het gebied van toegankelijkheid en hulpmiddelen voor het type dat ze wil programmeren?

Tijdig communiceren aan scholen

De Vlor brengt dit advies over de programmatie-aanvragen ruim binnen de adviestermijn uit. De raad dringt bij de minister aan om scholen tijdig op de hoogte te brengen van de uiteindelijke beslissing over hun programmatie-aanvraag. Scholen moeten de tijd krijgen om zich te kunnen voorbereiden op het volgende schooljaar, ook in samenwerking met andere betrokken actoren. Ze moeten ook tijdig kunnen communiceren naar ouders. Op het moment dat ouders hun kind willen inschrijven voor volgend schooljaar, is adequate informatie nodig over het onderwijsaanbod.

Oprichting van types in een nieuwe op te richten school

De Vlor stelt vast dat artikel 111 van het decreet Basisonderwijs, dat de programmatieprocedure vastlegt, enkel betrekking heeft op de oprichting van types en niet op de oprichting van scholen. Daarenboven stelt de raad vast dat de regelgeving voor het buitengewoon secundair onderwijs expliciet bepaalt dat een dergelijke afsplitsing niet wordt beschouwd als een programmatie-aanvraag. De Vlor vraagt om dit voor het buitengewoon basisonderwijs, net als in het buitengewoon secundair onderwijs, in de toekomst uitdrukkelijk te omschrijven zodat alle onduidelijkheid wordt uitgesloten.