"Onderwijsonderzoek degradeert leraar niet tot uitvoerend beroep"
De Vlaamse Onderwijsraad bracht het advies ‘Onderwijs verrijkt door onderzoek’ uit met 9 toekomstbeelden voor onderwijsonderzoek. “Onderwijsonderzoek kan leraren versterken en verrijken”, zegt onderzoeker Pieter Verachtert (Thomas More Hogeschool). “Maar het degradeert de leraar niet tot pure uitvoerder van wat wetenschappelijk onderzoek voorschrijft.”
Je hoort wel eens zeggen dat leraren hun lespraktijk meer op onderzoek en minder op buikgevoel moeten baseren. Klopt die stelling?
“Een leraar put uit veel verschillende kennisbronnen. Onderwijsonderzoek is daar een van en een belangrijke. Daarnaast heb je wat leraren aan inzichten opdoen in de lerarenopleiding, van collega’s, boeken die ze lezen, en uiteraard ook de eigen ervaring en overtuiging. Dat buikgevoel van leraren mag zeker spelen, ook omdat onderwijsonderzoek niet altijd en overal tot eensluidende inzichten leidt, maar daar schuilt meteen ook een adder onder het gras.
Op basis van individuele ervaringen kunnen ook denkbeelden binnensluipen die niet wetenschappelijk onderbouwd zijn, en dan is onderwijsonderzoek belangrijk, om die denkbeelden te counteren en te tonen wat wel of beter zou kunnen werken in een bepaalde context. Denk aan lessen aanpassen aan de zogezegde individuele leerstijl van de leerling. Daar heeft onderwijsonderzoek ondubbelzinnig aangetoond dat dat niet leidt tot beter leren. Betere integratie van onderwijsonderzoek in de klaspraktijk is hier zeker aan de orde. Het is te eenvoudig om te zeggen dat wetenschappelijk onderzoek exact en tot in detail kan vertellen hoe een leraar zijn les moet uitwerken. Helaas wordt dat soms als excuus gebruikt om onderwijsonderzoek dan maar helemaal aan de kant te schuiven.”
Een leraar put uit verschillende kennisbronnen. Onderwijsonderzoek is daar een van en een belangrijke.
Hoe krijg je bevindingen uit onderzoek breed toegepast in het onderwijsveld?
“Het is interessant om daarvoor een kijkje te nemen in het Verenigd Koninkrijk. Daar zijn ondertussen 33 zogenaamde research schools (onderzoeksscholen, red.). Zij worden ondersteund om de nieuwste wetenschappelijke inzichten in te bedden in hun klaspraktijk. Op basis daarvan ondersteunen ze andere scholen in de regio. In Nederland heb je een gelijkaardig project in de regio Amsterdam. En in Vlaanderen ondersteunen we vanuit het Expertisecentrum voor Onderwijs en Leren ook verschillende modelscholen.”
Staat onderwijsonderzoek nu teveel ten dienste van beleid dat al uitgetekend is?
“Ik ben nog nooit verplicht om iets te schrijven of om richting bepaalde conclusies te werken. Onderwijsonderzoek mag ook wel in zekere mate ten dienste staan van het beleid.
Wat wel een probleem is, de timing voor onderzoek wordt steeds korter. Zo hebben we voor een aantal belangrijke vragen nood aan meer langlopend onderzoek. Als je de realiteit in een klas wil doorgronden, moet je dat breed genoeg kunnen uittesten en ook over een voldoende lange termijn.
Het is belangrijk dat overheid, academici en leraren hierover de dialoog aangaan. Onderwijswetenschap is ook een kwestie van voortschrijdend inzicht. In die zin mogen onderzoekers ook in eigen boezem kijken. Ik zie veel discussie over en weer waarin elk zijn eigen grote gelijk wil binnenhalen. Dat grote gelijk is er meestal niet. Laten we als onderzoeker met het nodige respect naar elkaar luisteren en ook naar het onderwijsveld en elkaars inzichten verrijken.”
We hebben nood aan een overleg waarin alle stakeholders samengebracht worden, zodat we elkaar kunnen verrijken en inspireren. Daar is de Vlaamse Onderwijsraad de uitgelezen plek voor.
Wat is de rol van de Vlaamse Onderwijsraad daarin?
“Er zijn in Vlaanderen veel platformen voor uitwisseling, maar die werken veelal naast elkaar. We hebben net nood aan een overleg waarin al die stakeholders samengebracht worden, zodat we elkaar kunnen verrijken en inspireren. Daar is de Vlaamse Onderwijsraad de uitgelezen plek voor. Die ontmoetingsplaats moeten we koesteren. En daarnaast kan de Vlaamse Onderwijsraad een belangrijke rol spelen om relevante onderzoeksvragen te formuleren.”