Advies over de tariefstructuur van de studiegelden bij klein aantal studiepunten
In het antwoord op de adviezen van de Vlor over de conceptnota’s hbo5 en lerarenopleiding, vroeg de minister om een bijkomend advies over de tariefstructuur van de studiegelden in het hoger onderwijs, in het bijzonder voor studenten die slechts een klein aantal studiepunten opnemen. De Vlor had de minister in zijn advies over de conceptnota hbo5 gewezen op het probleem dat zich voor deze groep studenten stelt. De Vlor stelt voor om op dit moment de huidige tariefstructuur van de studiegelden in het hoger onderwijs te behouden. Sleutelen aan de tariefstructuur heeft gevolgen voor alle instellingen hoger onderwijs, ook zij die geen hbo5-opleidingen aanbieden. Bovendien staan de stakeholders hoger onderwijs achter dit systeem omdat het eenvormig en eenvoudig is. Toch is de Vlor er zich wel ervan bewust dat zich voor hbo5-studenten twee problemen voordoen:
- Het vast bedrag (230 euro) is vrij hoog voor die studenten die weinig studiepunten opnemen.
- Hbo5-studenten hebben vandaag geen recht op een studietoelage. De Vlor stelt voor dat instellingen hoger onderwijs daar op twee manieren aan tegemoet komen:
- Studentenvoorzieningen komen tussen en instellingen die dit wensen, tekenen een specifiek beleid uit voor alle studenten die tussen de 0 en 27 studiepunten opnemen (en dus geen recht hebben op een studietoelage). Dit criterium moet uiteraard gekoppeld worden aan studentenkenmerken.
- De codex hoger onderwijs (Artikel II.216) voorziet ook de mogelijkheid dat voor minvermogende studenten zonder studiebeurs, instellingen het variabele studiegeld verminderen. De Vlor stelt de overheid ook voor om op langere termijn structureel voor het hele hoger onderwijs, na te denken over oplossingen voor het hoge studiegeld voor studenten die tussen de 0 en 27 studiepunten opnemen en over het recht op studietoelage voor deze groep studenten.