Advies over de wijziging van Integratie- en InburgeringsdecreetAdvies over het voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

De Vlor bracht advies uit over het voorontwerp van decreet dat wijzigingen aanbrengt aan het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid.

Doelgroep

De Vlor heeft problemen met de voorgestelde definitie voor personen van buitenlandse herkomst: ‘Een persoon die wettig en langdurig in België verblijft en die bij zijn geboorte niet de Belgische nationaliteit bezat of wie minstens een van de ouders bij de geboorte niet de Belgische nationaliteit bezat, in het bijzonder diegene die zich in een vaststelbare achterstandspositie bevindt.’

Het is voor de Vlor onvoldoende duidelijk wat er bedoeld wordt met ‘vaststelbare achterstandspositie’ en op welke manier dit zal geoperationaliseerd en vastgesteld zal worden. Ook kan de vraag gesteld worden in welke mate personen geboren in omringende landen tot de bijzondere doelgroep van het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid moeten gerekend worden.

De Vlor pleit er voor om de VESOC-definitie te hanteren die werd vastgelegd in het overleg tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners (VESOC): ‘Personen met een huidige nationaliteit of een nationaliteit bij geboorte van een land van buiten de EU15-landen of een persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een huidige nationaliteit of een nationaliteit bij geboorte van een land van buiten de EU15-landen heeft’.

Verder is de Vlor bezorgd over het wegvallen van 'de residentiële woonwagenbewoners' in het integratiedecreet. Ook woonwagenbewoners die op residentiële (vaste) terreinen wonen hebben bijzondere noden, bijvoorbeeld op vlak van onderwijs en vorming. Wat betreft volwassenen, gaat het onder meer over geletterdheid, deelname aan het volwassenenonderwijs en deelname aan de reguliere arbeidsmarkt.

Participatieorganisatie

De betrokkenheid van de doelgroep, de doelgroepverenigingen en de participatieorganisatie bij het integratiebeleid blijft voor de Vlor een belangrijke voorwaarde voor het slagen van dat beleid.

Voor de inspraak over onderwijsaangelegenheden is de participatieorganisatie daarom lid van de Vlor.

Het voorontwerp van decreet stelt de toekenning voor van een bijkomende opdracht aan de participatieorganisatie op vlak van lokale beleidsparticipatie. De participatieorganisatie zou voortaan de lokale actoren moeten sensibiliseren en ondersteunen die initiatief nemen om de beleidsparticipatie van personen van buitenlandse afkomst te bevorderen.

Het gaat hierbij om een belangrijke uitbreiding van de opdracht van de participatieorganisatie. De Vlor wijst daarbij op de nood aan voldoende middelen en aan garanties voor een voldoende autonome positie.

NT2

De Vlor waardeert dat de voorgestelde bepalingen over het uittekenen van een beleidskader voor Nederlands als tweede taal in belangrijke mate rekening heeft gehouden met de nota’s die werden uitgewerkt door de betrokken administraties en actoren uit het onderwijs- en integratieveld.  

De raad wijst op het belang van nauwe samenwerking tussen alle betrokken partijen en blijvende uitwisseling en benutting van expertise en vraagt naar verduidelijking ivm de rol van de private aanbodverstrekkers.

De Vlor vindt het voeren van een krachtig en coherent kwaliteitsbeleid voor Nederlands als tweede taal erg belangrijk. In die zin kan hij niet akkoord gaan met het voorstel om te werken met het referentiekader voor onderwijskwaliteit Nederlands als tweede taal. Zoals aangegeven in het advies over de conceptnota’s Volwassenenonderwijs en NT2 pleit de Vlor voor een geïntegreerd kwaliteitszorgsysteem, dus met inbegrip van NT2, voor het volwassenenonderwijs.  

Wat het ondersteuningsaanbod voor lesgevers Nederlands tweede taal betreft, is de Vlor van oordeel dat hierbij voldoende evenwicht moet gezocht worden tussen het Vlaamse en het lokale niveau. Daarnaast moet er ook op vlak van ondersteuning een voldoende geïntegreerd aanbod uitgetekend worden, waarbij Nederlands tweede taal gekaderd kan worden binnen een ruimer geletterdheidsbeleid.

Download hier het volledige advies (PDF, 169.4KB)