Advies over een mogelijke opleiding tot tandartsassistent en mondhygiënist

De Vlaamse Onderwijsraad vindt het nuttig om een opleiding “tandartsassistent”, en op langere termijn ook een opleiding “mondhygiënist”, mogelijk te maken in het onderwijs. Maar voor men de opleidingen concreet kan beginnen uitwerken, moet er over verschillende punten meer duidelijkheid komen.

De beroepsverenigingen van tandartsen zijn vragende partij naar deze opleidingen omdat beide deelberoepen het takenpakket van de tandartsen kunnen helpen verlichten. Dat moet de kwaliteit in de toekomst helpen garanderen. De tandartsassistent zou vooral organisatorische en adviserende taken vervullen en de tandarts assisteren bij behandelingen. De mondhygiënist zou zelf beperkte medische handelingen kunnen stellen, wat impliceert dat de erkenning een federale aangelegenheid wordt.

Beroepsprofielen
Een voorwaarde om de inhoud van de opleidingen te kunnen uitwerken is het ontwikkelen van beroepsprofielen. Pas op basis daarvan kan men afleiden welk onderwijsniveau en welke –vorm het best geschikt zijn en of men de specifieke competenties kan integreren in een bestaande opleiding of beter een volledig nieuwe opleiding uitwerkt. De Vlor denkt dat de SERV daarvoor de aangewezen instelling is.

Erkenning
Geen van beide beroepen is erkend op Vlaams of federaal niveau. Pas als men over die erkenning zekerheid heeft, kunnen de opleidingen van start gaan. Het onderscheid tussen de twee beroepen moet dan wel helemaal duidelijk zijn en men moet bijv. beslissen of de tandartsassistent enkele medische handelingen mag stellen of niet. De opleiding tandartsassistent zou, volgens de Vlor, doorstroommogelijkheden moeten bieden naar specifieke richtingen in het hoger onderwijs, waaronder de nieuwe opleiding mondhygiënist.

Stage en tewerkstelling
Volgens de beroepsvereniging van tandartsen mogen de nieuwe opleidingen ondersteuning verwachten van de huidige tandartsenopleidingen op het vlak van stage en inhoud. De Vlor vindt die samenwerking uiteraard goed maar vraagt dat de sector ook afspraken maakt over voldoende stageplaatsen bij individuele tandartsen.

In België heeft ongeveer 1 tandarts op zes een assistent. In onze buurlanden is die verhouding veel hoger. De beroepsvereniging van tandartsen is er daarom van overtuigd dat er op termijn plaats is voor 2500 bijkomende tandartsassistenten. De Vlor vraagt om dit aspect toch verder te onderzoeken en meteen ook de tewerkstellingsmogelijkheden van de mondhygiënist na te gaan.

Download hier het volledige advies (PDF, 47.31KB)