Grondige bijsturingen om van duaal leren een succes te makenAdvies op eigen initiatief over duaal leren als volwaardige leerweg
Duaal leren heeft veel potentieel als volwaardige leerweg voor arbeidsrijpe en arbeidsbereide leerlingen. De Vlor blijft voorstander van duaal leren als onderwijskwalificerende leerweg en stelt vast dat er al heel wat succesverhalen zijn van leerlingen die klaar zijn om te leren op de werkvloer. Vooral in de latere jaren van het secundair onderwijs, in de eerste plaats de zevende jaren, zien we veel potentieel. Daarbij zien we geen nood aan een snelle toename van de leerlingenaantallen, maar pleiten we voor kwaliteit boven kwantiteit. Het belangrijkste is dat elke lerende op de juiste plaats zit: dat betekent in die richting en in die leerweg die het best aansluit bij zijn interesses en competenties. We moeten ervoor zorgen dat scholen, lerenden, ouders en ondernemingen een steeds grotere meerwaarde zien in een duale opleiding voor die lerenden voor wie dat de geschikte leerweg is. Daarvoor is een heldere communicatie naar de juiste doelgroep nodig. We moeten voorkomen dat de perceptie leeft dat duaal leren zich onderaan een ‘waterval’ situeert.
Er is echter een fundamenteel probleem. De doelstelling van duaal leren was en is het aanbieden van een volwaardige kwalificerende leerweg. Duaal leren is een leervorm die verwacht dat leerlingen een grote mate van zelfredzaamheid op de les- en werkplek tonen. Tegelijk werd vastgelegd dat het huidige stelsel van leren en werken (tegen 2025) volledig moet omschakelen naar duaal leren. Een significant deel van de leerlingen die vandaag les volgen in het dbso behoort echter tot een meer kwetsbare doelgroep die bovengemiddeld aantikt op SES-kenmerken en in dbso terecht komt na een moeilijke schoolcarrière. Die doelgroep is vaak niet arbeidsrijp genoeg om in duaal leren in te stromen. De doelstelling van duaal leren als sterke en veeleisende leerweg komt niet overeen met die twee doelgroepen.
Elke jongere heeft recht op goed onderwijs
Voor leerlingen die nog niet arbeidsrijp maar wel arbeidsbereid zijn, werd wel een aanloopfase naar duaal leren ingericht. Vermoedelijk zal een groep leerlingen echter nooit de overstap naar duaal leren maken. Dat risico geldt zeker voor jongeren die niet arbeidsbereid zijn. Zij zouden in theorie moeten terugkeren naar een voltijdse school als ze niet voldoen aan de voorwaarden (arbeidsrijp/arbeidsbereid). Maar dat is niet vanzelfsprekend. Die jongeren hebben nood aan verhoogde zorg en individuele begeleiding, die ze nu wel kunnen krijgen in het huidige dbso, waar ook de nodige expertise aanwezig is. Ze vinden na de transitie van leren en werken dus geen opleidingstraject op hun maat, noch in de aanloopfase, noch op een voltijdse school. Op die manier stevenen we af op een toename in vroegtijdig schoolverlaten van die doelgroep én komt ook duaal leren als sterk merk in gevaar. Elke jongere heeft recht op goed onderwijs, op voldoende kansen om zijn competenties te ontwikkelen in een richting of leerweg die aansluit bij zijn interesses en mogelijkheden.
De Vlor roept daarom op om het fundamentele probleem nu te erkennen en niet langer te wachten tot we de uitval van grote aantallen jongeren door de inkanteling van Leren en Werken in duaal leren moeten vaststellen. Kleine bijsturingen zullen niet volstaan. We vragen om voor die kwetsbare doelgroep een gepast flexibel opleidingstraject met begeleiding op maat te voorzien. De Vlor zal in de loop van volgend werkjaar een gedragen actieplan uitwerken met het oog op een sluitend aanbod voor alle leerlingen.
Voor elke jongere een gepast leertraject om van duaal leren een sterk merk te maken
Als er niet voor elke jongere een gepast leertraject is, kan duaal leren ook geen sterk merk voor arbeidsrijpe en arbeidsbereide leerlingen worden. In de rest van het advies doen we beleidsvoorstellen om van duaal leren een sterk en kwaliteitsvol leertraject voor arbeidsrijpe jongeren te maken en de instap in duaal leren te vergemakkelijken. We benadrukken dat de verdere beleidsvoorstellen onvermijdelijk tekort schieten als er geen gepast leertraject voorzien wordt voor de leerlingen die niet arbeidsrijp en arbeidsbereid zijn. Dat is een prioritaire en noodzakelijke voorwaarde.