Standpunt over de hertekening van de lerarenopleidingen
Dit standpunt over de lerarenopleidingen gaat in op het werkdocument dat minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten op 2 oktober 2002 heeft uitgebracht. Het is het resultaat van overleg in de Raad Hoger en de Raad Volwassenenonderwijs.
Dat de lerarenopleiding een beroepsopleiding is, zegt volgens de Vlor niets over de positie ervan in de Ba-Mastructuur. De Vlor vindt dat de term "beroepsopleiding" een ruime invulling verdient, zoals in het ontwerp van structuurdecreet. Een beroepsopleiding kan dus ook een academische, professioneel gerichte master zijn. Dat betekent dat er voor de leertrajecten voor toekomstige leraren nog verschillende pistes openliggen. De raad neemt in dit standpunt nog geen definitieve positie in. De Vlor vindt wel dat lerarenopleidingen geaccrediteerd moeten worden.
De raad doet enkele voorstellen om de praktijkrelevantie van de lerarenopleidingen te versterken en de opleidingen te flexibiliseren. Hij pleit ook voor meer samenwerking tussen de hogescholen, universiteiten en centra voor volwassenenonderwijs. Het ontwikkelen van een set ‘startcompetenties' vindt de raad nog steeds overbodig. Het beroepsprofiel en de basiscompetenties volstaan.
Ten slotte brengt de raad nog eens in herinnering dat de positie van de GPB-opleidingen onduidelijk blijft. Hij betreurt dat het werkdocument van de minister daar niets over zegt en vraagt te onderzoeken hoe de GPB-opleidingen ingepast kunnen worden in de associaties.