Tijd voor een volwaardig toekomstplan basisonderwijs

Om het basisonderwijs verder te versterken, moet een nieuwe Vlaamse regering beslissende stappen zetten. Het voorbereidende werk voor een toekomstplan basisonderwijs ligt klaar. Het recente plan van de sociale partners met principes en ambities voor een ‘sterk, duurzaam en veerkrachtig’ basisonderwijs, wordt breed gedragen door alle actoren in de Vlor.

Parlementaire resolutie

De resolutie van het Vlaams Parlement voor de nieuwe Vlaamse regering bevat een aantal maatregelen voor een plan basisonderwijs. De Vlor vindt dat een stap in de goede richting, maar verwacht een meer omvattend en concreter plan. Meer dan nu uit de resolutie blijkt, moet er sprake zijn van een samenhangend geheel van maatregelen vanuit een langetermijnvisie. De investeringen daarvoor mogen maximum over twee legislaturen worden gespreid. De voorstellen van de Vlor moeten ervoor zorgen dat het basisonderwijs daadwerkelijk versterkt wordt tot op de klasvloer. Ze draaien rond drie sporen waarop tegelijkertijd moet worden ingezet: (1) basisfinanciering, (2) de leraar en het team en (3) beleidskracht en schoolorganisatie.

Basisfinanciering

De Vlor is zeer tevreden dat op het einde van de huidige legislatuur werk gemaakt werd van het gelijkschakelen van de werkingsmiddelen van het kleuteronderwijs tot op het niveau van die van het lager onderwijs.

Daarnaast dringt de raad erop aan om de werkingsmiddelen van het hele basisonderwijs te verhogen. Er is sprake van een jarenlange onderfinanciering. Zo moet er een consequente indexering van de werkingstoelagen gebeuren.

De leraar en het team

Er is een politieke consensus over de nood aan bijkomende kinderverzorgsters en zorgleraren. Hoeveel daarin geïnvesteerd zal worden, is echter nog niet duidelijk. De Vlor stelt voor om te evolueren naar een bijkomende zorgleraar per 83 leerlingen. Ook is er nood aan een kinderverzorgster per 18,5 kleuters jonger dan 4 jaar, waarbij de school zelf bepaalt hoe ze zich precies organiseert.

Wat de resolutie ook niet vermeldt, is de nood aan meer tijd voor leraren om te overleggen en bij te scholen. De Vlor vindt het belangrijk dat er in de toekomst twee bijkomende lestijden komen per 18,5 leerlingen en dat het aantal halve dagen pedagogische studiedagen uitgebreid wordt.

Ook wil de Vlor het debat over de inzet van masters in het basisonderwijs verderzetten op basis van recent onderzoek. De Vlor wacht op de vrijgave van het onderzoeksrapport.

Beleidskracht en schoolorganisatie

De Vlor ondersteunt de maatregel voor een betere administratieve, pedagogische beleidsondersteuning en stelt voor om de puntenenveloppe die de scholengemeenschappen ontvangen, gevoelig te verhogen. Ook is hij voorstander om in de toekomst te werken met een geïntegreerde puntenenveloppe. Zo kunnen schoolbesturen zelf nagaan op welk niveau de ondersteuning van scholen en vestigingsplaatsen het best kan gebeuren. 

De Vlor pleit er tot slot voor dat, net zoals in het secundair onderwijs, een directeur geen lesopdracht meer heeft van zodra de school 83 leerlingen telt.

Visie op eigenheid basisonderwijs

Het toekomstplan moet vertrekken vanuit een sterke inhoudelijke visie op de eigenheid van het basisonderwijs, zoals de Vlor eerder uitwerkte in de tien krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs.

Download hier het volledige advies (PDF, 166.13KB)