Advies over de stageproblematiek in het hoger onderwijs

De Vlor ging in op de vraag van minister Pascal Smet om de beroepsgerelateerde knelpunten bij stages in het hoger onderwijs te inventariseren. Hij organiseerde daarom een bevraging bij de opleidingen met een stage en de sectorfondsen. De bevraging peilde naar verschillende soorten knelpunten, niet enkel de ‘beroepsgerelateerde’. Dit advies lijst de geïnventariseerde knelpunten op en stelt hier een aantal aanbevelingen voor overheid en instellingen tegenover. De Vlor stelt vast dat opleidingen en sectoren knelpunten ervaren op het vlak van de regelgeving (Vlaamse, federale, Europese of conflicterende regelgeving) en op het vlak van beschikbare (kwaliteitsvolle) stageplaatsen (door een stijging van het aantal studenten én het stagevolume). Er zijn ook administratieve (veel en steeds wisselende administratieve verplichtingen), logistieke (verre verplaatsingen en de daaraan verbonden kosten), onderwijskundige (onduidelijke afspraken over de inhoud en de evaluatie van de stage) knelpunten. Ook op het vlak van kwaliteitszorg (het is voor de instelling hoger onderwijs zeer moeilijk om de kwaliteit van de stageplaatsen te bewaken) en op het vlak van internationale stages (zowel wat de inhoud als de afspraken betreft) rapporteert het werkveld knelpunten. De Vlor vindt in deze problematiek sterke partnerschappen tussen de arbeidsmarkt en instellingen hoger onderwijs belangrijk. Via een goede samenwerking, gebaseerd op vertrouwen, een goede communicatie en een gedeelde verantwoordelijkheid kan men sterke partnerschappen uitbouwen die de stage van de student ten goede komt. De resultaten van de bevraging geven specifieke knelpunten aan in de Vlaamse, federale en Europese regelgeving (zie het rapport als bijlage) per opleiding. De Vlor raadt de overheid aan deze knelpunten gedetailleerd en stuk voor stuk te analyseren zodat kan overgegaan worden tot aanpassing van de regelgeving of hierover ten minste overleg kan opgestart worden. Goede regelgeving komt tot stand in dialoog tussen overheid, werkveld en instellingen hoger onderwijs. Overleg op een structureel, regionaal of Vlaams niveau – tussen de instellingen hoger onderwijs, maar ook met de sectoren en de overheid – kan leiden tot afspraken over het aantal stageplaatsen. Eenvoudige en meer gestandaardiseerde voorwaarden, stagecontracten en (aanvraag- en evaluatie)formulieren (met ruimte voor een aantal eigen accenten van de verschillende organisaties) kunnen duidelijkheid creëren over de verwachtingen (van studenten, instellingen en werkgevers) en kunnen de administratieve last beperken. Strikte procedures en transparante afspraken geven alle betrokkenen meer houvast. Het is belangrijk dat de kosten voor studenten beperkt worden en dat er goede afspraken gemaakt worden rond internationale stages. Op onderwijskundig vlak is voldoende ondersteuning en begeleiding cruciaal.
Download hier het volledige advies (PDF, 810.48KB)