Advies over een Europees kwalificatiekader (EQF)
De Vlaamse Onderwijsraad toont zich in zijn advies over een Europees Kwalificatiekader een voorstander van de ontwikkeling van zo'n overkoepelende structuur voor alle kwalificaties. Maar hij omschrijft wel kenmerken en voorwaarden waaraan zo'n kwalificatiestructuur moet voldoen.
In opdracht van de Europese Raad van Staats- en Regeringsleiders stelde de Europese Commissie het werkdocument Naar een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren op. Het European Qualifications Framework (EQF) bestaat uit acht referentieniveaus gebaseerd op leerresultaten. Elk competentieniveau wordt beschreven in termen van kennis, vaardigheden en persoonlijke en professionele competenties. Dankzij het EQF kan men regionale, nationale of sectorale kwalificaties met elkaar vergelijken door ze aan zo'n competentieniveau toe te wijzen. Het EQF moet het wederzijdse vertrouwen tussen de verschillende partners in arbeid, onderwijs en opleiding in Europa verhogen.
De Commissie organiseerde tijdens het najaar van 2005 een grootschalige consultatie over dit werkdocument. Beleidsmakers, sociale partners, onderwijs- en opleidingsactoren en experts in kwalificatiesystemen uit alle lidstaten konden hun visie geven op een aantal vragen vanwege de Commissie. Aangezien verschillende organisaties in de Vlaamse Onderwijsraad zitting hebben, werd besloten een gezamenlijk advies te geven aan de Vlaamse Regering.
Het EQF stelt lidstaten, onderwijs- en opleidingsinstellingen, werkgevers en sectoren in staat met elkaar te communiceren over de waarde van kwalificaties. De Vlor beaamt dat het ook de positie van de lerende in het proces van levenslang leren kan versterken. Als er in de toekomst civiele effecten uit het EQF zouden ontstaan, dan moeten die volgens democratische besluitvormingsprocedures tot stand komen en de bevoegdheden van de lidstaten respecteren. Bij het beantwoorden van de vragen over het EQF, hield de onderwijsraad enkele belangrijke voorwaarden en kenmerken voor ogen.
- Elke burger moet een duidelijke en begrijpelijke toelichting krijgen over de mogelijkheden van het EQF.
- De verdere ontwikkeling van het EQF moet in een tijdspad vastgelegd worden, in samenhang met de onderliggende instrumenten (zoals Europass), de Richtlijn voor professionele kwalificaties en de kwalificatiestructuur hoger onderwijs.
- De beschrijving van de kenmerken van de verschillende EQF-niveaus moet gebeuren vanuit een wetenschappelijke en onderwijskundige benadering van competenties, maar zonder dat te versmallen tot een eenzijdig academische invalshoek.
- Sectorale kwalificaties horen eerst een plaats te krijgen in een nationale kwalificatiestructuur en niet meteen in het EQF.
- Alle onderwijs- en opleidingsactoren en de sociale partners moet men betrekken bij het opzetten en invoeren van een Vlaamse kwalificatiestructuur. De Vlor vindt bovendien dat zo'n kwalificatiestructuur zich moet onderscheiden van een Vlaamse opleidingenstructuur.