Regeling van de leertijd Advies over het voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de leertijd
De leertijd is een bestaande maatregel die jongeren toelaat om een onderwijskwalificerend traject te lopen waarin werkplekleren centraal staat. De leertijd valt onder het stelsel ‘leren en werken’ en wordt ingericht door de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen (Syntra vzw).
Dit voorontwerp van besluit kadert in de geplande opheffing van het Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen - en regelt de modaliteiten volgens dewelke de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) de leertijd vanaf 1 januari 2021 zal vormgeven.
De Vlor vindt het belangrijk dat de continuïteit van de regie van de leertijd gegarandeerd is na de opheffing van Syntra Vlaanderen. Over de beslissing om die regie aan VDAB toe te wijzen, heeft de Vlor zich al uitgesproken in het advies bij het voorontwerp van decreet. De raad stelde zich toen al vragen bij de rol van VDAB in de begeleiding en ondersteuning van onderwijskwalificerende trajecten.
We vinden het positief dat het budget voor doel- en kansengroepenwerking behouden blijft én dat er meer rekening gehouden kan worden met de achtergrond en de voorgeschiedenis van leerlingen. Op die manier zullen de middelen terechtkomen bij de centra die ze het meest nodig hebben.
Het besluit bepaalt ook het toezicht op de leertijd, dat gedeeld wordt door VDAB, de Vlaamse Sociale inspectie en de Onderwijsinspectie. We vinden het een goede zaak dat de Onderwijsinspectie met hetzelfde referentiekader en instrumentarium de kwaliteit bewaakt van alle onderwijskwalificerende trajecten, dus ook die van de leertijd. Het is wel belangrijk dat de rollen tussen de drie toezichthouders scherp afgebakend zijn en dat hun oordeel coherent is.
Los van dit besluit is de Vlor bezorgd over de beschikbare tijd voor algemene vorming in de leertijd in het licht van de nieuwe eindtermen. Daarvoor is slechts een halve dag voorzien.
De Vlor is sowieso al bezorgd over de haalbaarheid van de eindtermen, zeker voor arbeidsmarktgerichte opleidingen of richtingen met dubbele finaliteit. De verschillende stelsels waarin leren en werken/leren op de werkplek gecombineerd worden, verschillen qua verdeling van de tijd op school of in het opleidingscentrum en op de werkplek. In de leertijd is de component leren/algemene vorming het meest beperkt. Dat maakt dat de vraag naar haalbaarheid zich hier het scherpst stelt. Die bezorgdheid moet dan ook meegenomen worden als er over een nieuwe invulling van de leertijd nagedacht wordt.