Advies over onderwijsdecreet XVIII
Het decreet betreffende het onderwijs, XVIII heeft onder meer de bedoeling om de afspraken van cao VIII en cao II hoger onderwijs verder om te zetten in regelgeving; enkele recente hervormingen bij te sturen door bestaande decreten aan te passen (studiefinanciering, volwassenenonderwijs); decretale correcties of vereenvoudigingen door te voeren of nieuwe hervormingen (financiering leerplicht) voor te bereiden.
Het advies van de Vlor opent met de algemene opmerking aan de overheid om duurzame, transparante en kwaliteitsvolle regelgeving na te streven. Wijzigingen aan een basisdecreet invoeren door met een onderwijsdecreet te sleutelen aan een vorig onderwijsdecreet, schept onduidelijkheid.
De Vlor somt daarna problemen op die de minister eveneens in het onderwijsdecreet XVIII zou moeten regelen, zoals: het opnieuw inrichten van een studierichting in topsportscholen, structurele ondersteuning van GOK-coördinatie, adviestermijn Vlor, omvorming van AGIOn in een EVA met raad van bestuur.
Basisonderwijs
De raad is verrast dat de overheid de programmatie- en rationalisatieregels van het buitengewoon basisonderwijs wil vereenvoudigen terwijl het overleg over leerzorg volop aan de gang is. Een meerderheid van de raadsleden wil dit onderdeel geschrapt zien uit het ontwerp van decreet. De Vlor is tevreden met de verlenging van de bijkomende GOK-uren voor leerlingen met autisme. Al signaleert de raad ook pijnpunten: geen extra werkingsmiddelen, enkel voor type-3-scholen terwijl leerlingen met ASS ook in andere types voorkomen.
Secundair Onderwijs
De raad vindt het onaanvaardbaar dat de overheid het experiment met de modularisering van secundair onderwijs organiek zou verderzetten zonder de bijkomende middelen die het vroeger geneerde als project. Dan verkiest de raad dat het experiment wordt verdergezet met voldoende middelen voor omkadering tot het debat over de hervorming van het secundair onderwijs afgerond is.
GOK-begeleiding
De extra GOK-begeleiders die het gelijkekansenbeleid in de scholen ondersteunen, gaan op in het grotere geheel van de begeleidingsdiensten. De Vlor gaat daarmee akkoord en vraagt om ook de werkingsmiddelen die daarvoor toegekend waren, over te dragen aan de reguliere begeleidingsdiensten. De raad vindt dat gelijke kansen een wezenlijk aandachtpunt moet blijven in alle aspecten van het onderwijs. Hij vraagt dat hem een nieuwe rol wordt toebedeeld in de maatschappelijke verankering van het gelijkekansenbeleid. De kleine onderwijsverstrekkers hebben onvoldoende mogelijkheden om voor hun scholen een degelijke begeleiding van uit te bouwen. De raad vraagt een oplossing.
Studiefinanciering
Onderwijsdecreet XVIII zal het stelsel van de studiefinanciering voor studenten hoger onderwijs vereenvoudigen. De Vlor is hier verheugd over. Toch zouden sommige veranderingen nog verder mogen gaan en de raad waarschuwt ook voor enkele ongewenste neveneffecten. Zo vindt de Vlor dat de studiefinanciering de studievoortgang nog onvoldoende honoreert, omdat gedelibereerde studiepunten niet meegeteld worden. Hij stelt voor dit wel te doen of alternatieven te zoeken. De raad vindt dat beursstudenten wel een tweede financierbare opleiding moeten kunnen volgen zonder hun beurs te verliezen. Beursgerechtigde studenten moeten immers dezelfde kansen krijgen als alle andere studenten. Het decreet geeft een nieuwe omschrijving aan het begrip “jokerbeurs”. De Vlor zou deze jokerbeurs om diverse redenen graag uitgebreid zien. De raad vraagt de overheid een gerichte communicatiestrategie uit te werken zodat studenten tijdig op de hoogte zijn van de veranderingen aan het stelsel van de studiefinanciering.
Onderwijsvoorrangsbeleid
De Vlor vindt het onhoudbaar dat het buitengewoon onderwijs in verband met GOK moet blijven terugvallen op het onderwijsvoorrangsbeleid op basis van een leerlingentelling van a