Advies over ontwikkelingsdoelen in het buitengewoon onderwijs
De Raad Basisonderwijs en de Raad Secundair Onderwijs pleiten in een gezamenlijk advies op eigen initiatief voor geleidelijke en pragmatische aanpassingen aan de ontwikkelingsdoelen van het buitengewoon onderwijs.
Het buitengewoon onderwijs werkt al tien jaar met ontwikkelingsdoelen en met de handelingsplanning. Intussen is veel expertise opgebouwd en zijn zowel de mérites als de problemen van het stelsel aan het licht gekomen. Omdat de overheid zelf geen evaluatie opzet, opent de Vlor alvast het debat met enkele aandachtspunten over de werking en de impact van de ontwikkelingsdoelen in het buitengewoon onderwijs.
Dankzij de ontwikkelingsdoelen en de handelingsplanning kan een schoolteam een ontwikkelingsgericht traject op maat van het kind uitwerken, dat aansluit bij wat de samenleving van het (buitengewoon) onderwijs verwacht.
Onoverzichtelijk
Minpunten zijn dan weer de onoverzichtelijkheid en de onduidelijke formulering van de ontwikkelingsdoelen.
- het buitengewoon basisonderwijs heeft met de ontwikkelingsdoelen van verschillende types én de eindtermen uit het gewoon onderwijs te veel referentiekaders. In mindere mate geldt dat ook voor het BuSO;
- de ontwikkelingsdoelen vormen een omvangrijk pakket leerdoelen met een ongelijk abstractieniveau;
- de leer- en ontwikkelingsdomeinen en hun onderdelen hebben vaak andere benamingen dan de leergebieden uit de eindtermen. Dat schept verwarring;
- de ontwikkelingsdoelen stimuleren te weinig de samenhang tussen basis- en secundair onderwijs.
Aanpassingsproces
In het advies pleiten beide raden voor een geleidelijk en pragmatisch aanpassingsproces. Zij stellen voor om de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen te ordenen volgens dezelfde leer- en ontwikkelingsgebieden.
Ontwikkelingsdoelen worden ook beter zoveel mogelijk algemeen geformuleerd, over de types heen. Indien nodig kan men een beperkt pakket specifieke ontwikkelingsdoelen toevoegen die inspelen op de specifieke leer- en ontwikkelingsbehoeften van bepaalde doelgroepen.
De Vlor pleit ervoor om de ontwikkelingsdoelen te omschrijven als globale streefdoelen, zonder details of voorbeelden. Scholen hebben de vrijheid om zelf didactische invullingen te kiezen. De overheid hoeft alleen de ontwikkelingsdoelen te formuleren en de uitgangspunten waarop ze steunen. De pedagogische begeleidingsdiensten hebben de taak om de schoolteams te ondersteunen.