Advies over werkplekleren in onderwijs en opleiding

Werkplekleren kan men omschrijven als een actief en constructief leerproces, dat steunt op ervaring en plaatsvindt in een echte arbeidssituatie met de werkelijke problemen uit de (toekomstige) arbeidspraktijk als leerobject. In zijn advies behandelt de Vlor de verschillende toepassingsmogelijkheden, de randvoorwaarden en mogelijke valkuilen van werkplekleren in het onderwijs en de opleidingssector. Hij sluit het advies af met aanbevelingen.

De Vlaamse Onderwijsraad bezorgt onderwijsminister Frank Vandenbroucke zijn kijk op de beleidsintentie om werkplekleren te ontwikkelen tot een methodiek die systematisch gebruikt kan worden in het secundair, het hoger en het volwassenenonderwijs.

Levensechter Werkplekleren is niet nieuw, al heette het vroeger anders. Maar de aandacht ervoor is sterk gestegen door de snelle ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van de kenniseconomie. De arbeidswereld probeert daarom het competentieniveau van de arbeidskrachten efficiënter af te stemmen op de wijzigende omstandigheden en verwachtingen op de arbeidsmarkt. Dat maakt levenslang leren veel belangrijker. In onderwijs en opleiding groeit daarom de behoefte om de onderwijs- en opleidingsprogramma's levensechter te maken.

Op basis van de definitie kan men binnen werkplekleren twee leerwegen onderscheiden:

  • competenties die men in een theoretische of praktische opleiding verwerft, worden toegepast en verder verkend in een arbeidssituatie (bijv. stage)
  • competenties die men verwerft in een arbeidssituatie, gaat men exploreren, theoretisch of praktisch verwerken en breder opentrekken in een formele opleiding (bijv. alternerend leren en werken).

Afgeleide vormen In een formeel leerproces kan men werkplekleren ook toepassen in afgeleide vormen, door (leer)situaties in een realistische omgeving te scheppen. Noodzakelijke competenties kunnen bijvoorbeeld ook verworven worden via miniondernemingen, virtuele oefenfirma's, opleidingsexterne initiatieven, enz. De Vlor bespreekt daarop de verschillende vormen van werkplekleren in reële arbeidssituaties en de afgeleide vormen zoals simulaties, voortrajecten, praktijkgerichte vormingen, praktijklessen in bedrijven, gastsprekers, deelnemen aan externe initiatieven.

Werkplekleren is, volgens de Vlor, dus een instrument dat toegepast kan worden in een waaier van leersituaties, gaande van een reële arbeidsplek tot realistische omstandigheden. Cruciaal is dat men oog heeft voor de specificiteit van de studierichting of opleiding en voor het onderwijs- en opleidingsniveau.

Download hier het volledige advies (PDF, 84.45KB)