Naar een nieuw STEM-beleidAdvies over de STEM-agenda 2030
Met de STEM-agenda 2030 heeft de Vlaamse regering de langverwachte opvolger klaar voor het STEM-actieplan 2012-2020. De Vlor is positief over een aantal punten in die nieuwe STEM-agenda, maar is tegelijk ook kritisch over het weinig concreet karakter en over het gebrek aan afstemming met onderwijs.
Brede visie op STEM
Het doel van het nieuwe actieplan is om de STEM-geletterdheid bij de gehele bevolking te verhogen en STEM-specialisatie aan te moedigen. In die visie is het actieplan niet alleen gericht op meer instroom in STEM-opleidingen om tegemoet te komen aan de vragen van de arbeidsmarkt. De Vlor is al langer vragende partij voor een STEM-benadering die breder kijkt, STEM is namelijk vormend op zich.
Te weinig vanuit onderwijs
Maar het onderwijsveld kan zich te weinig herkennen in de nieuwe STEM-agenda. Dat komt omdat een aantal specifieke onderwijsniveaus - zoals het basisonderwijs of het volwassenenonderwijs - niet aan bod komen, maar ook omdat belangrijke spelers in onderwijs, zoals de lerarenopleiding en de pedagogische begeleidingsdiensten, te weinig aandacht krijgen. Onderwijs is als beleidsdomein ondergesneeuwd. Het nijpende tekort aan STEM-leraren had meer prioriteit moeten krijgen. De leraren vormen immers de basis: zonder STEM-leraren, geen kwaliteitsvol STEM-onderwijs. De plannen rond de blijvende aandacht voor professionalisering van STEM-leraren hadden ook een stuk concreter gemoeten.
Daarnaast stelt de Vlor zich vragen over de uitvoerbaarheid van deze agenda. De agenda telt meer dan 50 doelstellingen, maar het ontbreekt aan focus en prioriteiten. De beleidsstructuur die de agenda moet uitvoeren, is heel erg complex. Door te werken met het principe van een ‘agenda’ dreigt dit te vijblijvend te worden. We vragen om zo snel mogelijk een proces op te starten dat de agenda verder concretiseert.