Aanbevelingen voor het beleid en de financiering van gelijke onderwijskansenAdvies over de SONO-onderzoeksrapporten over de GOK-financiering van basis en secundair onderwijs
De minister vroeg de Vlor om beleidsaanbevelingen naar aanleiding van de volgende onderzoeksrapporten:
- Overzicht financiering Vlaams basis- en secundair onderwijs (SONO/2017.OL3.1/1)
- Specific Interventions in Equity Funding. A Review of Policy Interventions (SONO/2017.OL3.1/2)
- The Impact of Additional Funds for Schools with Disadvantaged Pupils. A Regression Discontinuity Design. (SONO/2017.OL3.1/3)
Beperkingen onderzoeken
De Vlor wijst erop dat de beleidscontext en de maatschappelijke context de afgelopen jaren sterk zijn veranderd. Het is dus moeilijk om effecten te isoleren. Bovendien kunnen de conclusies van deze onderzoeken niet veralgemeend worden omdat de context in Vlaanderen specifiek is en ook omdat de scholen die betrokken werden weinig GOK-leerlingen hadden in vergelijking met andere scholen.
Gelijke kansen moeten beleidsprioriteit zijn
De prestatiekloof tussen kansarme en kansrijke leerlingen blijft bestaan. Daarom zijn extra inspanningen nodig. De GOK-financiering maakt dus een belangrijk deel uit van het GOK-beleid. De twee zijn sterk verweven en kunnen dus moeilijk los van elkaar gezien worden.
Meer basisfinanciering
Om gelijke onderwijskansen adequaat te financieren, pleit de Vlor voor:
-
het behoud van het GOK-mechanisme en de gekozen kenmerken;
-
een geïntegreerde financiering in het secundair onderwijs;
-
een transparante verantwoording van hoe de school werkt aan haar gelijkekansenbeleid;
-
een eenduidig en transparant mechanisme voor de GOK-financiering in het buitengewoon onderwijs;
-
het afzien van bijkomende besparingen zodat de basisfinanciering van het leerplichtonderwijs volstaat om onderwijs te organiseren zoals het moet;
- een onverkorte uitvoering van het voorziene groeipad van de GOK-middelen.
Effecten van het beleid meten
De overheid moet haar GOK-beleid goed monitoren. Daartoe moeten afspraken gemaakt worden over de indicatoren om effecten van het beleid te meten. Ook moet de prestatiekloof tussen leerlingen met en zonder SES-kenmerken opgevolgd worden, zowel op Vlaams als op schoolniveau.
Scholen en leraar ondersteunen
Scholen hebben nood aan professionalisering en ondersteuning op het vlak van wetenschappelijke geletterdheid en beleidsvoerend vermogen.
De Vlor vindt het verder belangrijk dat GOK-scholen ook voldoende aantrekkelijk zijn voor leraren. Dat kan via een versterkt professionaliseringsbeleid, adequate klasgroepen, een betere aanvangsbegeleiding en een verdere versterking van de lerarenopleiding.
De raad benadrukt ook het belang van vroege participatie, met aandacht voor betaalbare en kwaliteitsvolle kinderopvang voor baby’s en kleuters en een adequate financiering van het kleuteronderwijs.