Advies over externe certificering: een actualisering
De Vlor actualiseerde op eigen initiatief het advies over externe certificering van 2009. Er zijn immers indicaties dat de druk toeneemt van certificaten die naast het studiebewijs gevraagd worden voor de toegang tot een sector of de uitoefening van een beroep.
De Vlor vraagt aan de sectoren en de overheid dat externe certificering tot een minimum te beperken. Het systeem zwakt immers de transparantie van de kwalificatiestructuur af en ondergraaft het civiel effect van het onderwijs. Bovendien bemoeilijkt het de evaluatie van het totaaltraject van de lerende. De opname van externe certificering in een beroepskwalificatie maakt dit meteen ook een financierings- en subsidiëringsvoorwaarde.
Door de invoering van de Vlaamse kwalificatiestructuur, hebben sectoren de verantwoordelijkheid om de inhoud van de beroepskwalificaties te bepalen. De Vlor is dan ook van oordeel dat opleidingen waarin deze beroepskwalificaties vervat zijn, rechtstreeks toegang moeten geven tot de uitoefening van een beroep.
Als er toch nood is aan externe certificering in een opleiding pleit de Vlor voor partnerschappen tussen onderwijsinstellingen onderling en met de publieke opleidingsverstrekkers, opleidingsfondsen, bedrijven etc. die geaccrediteerd zijn voor het uitreiken van de certificaten. De RTC's kunnen hier een belangrijke coördinerende rol spelen. De Vlor vraagt wel dat er voor alle lerenden in Vlaanderen eenzelfde beleid wordt gevoerd.
De raad beklemtoont verder dat de onderwijsinstelling de autonomie van de evaluatie van het onderwijstraject behoudt, dat er externe certificering geen bijkomende kosten voor onderwijsinstellingen of lerenden met zich mee mogen brengen en dat externe certificering geen voorwaarde mag zijn om stage te lopen. Tot slot is de Vlor van mening dat de instantie die de externe certificering oplegt, ook instaat voor de financiering ervan.
Download hier het volledige advies