Advies over het voorontwerp van decreet houdende de toekenning van subsidies voor het sportaanbod van het Vlaamse hoger onderwijs
Het voorontwerp van decreet wil een sport- en beweegbeleid stimuleren dat erop gericht is om mensen te overtuigen een leven lang aan sport te doen. Dit is een lovenswaardig uitgangspunt. De Vlor is ervan overtuigd dat er inderdaad op studentencampussen nood is aan sportmogelijkheden. Sporten bevordert de sociale cohesie tussen studenten en heeft ongetwijfeld ook een positieve invloed op studeren en welbevinden. Sportbeoefening bij studenten daalt vaak omdat studeren tijd en energie vraagt en/of omdat studenten door op kot te gaan de band met hun sportvereniging van de thuisbasis verliezen. Het is dus positief dat sportbeoefening bij studenten gestimuleerd wordt.
Minister Anciaux wil deze stimulans op gang brengen door subsidies ter beschikking te stellen van de associaties. Om voor subsidies in aanmerking te komen moet de associatie aan een aantal voorwaarden voldoen (bijvoorbeeld mbt studentensportvoorzieningen) en moet zij een overlegplatform installeren.
De raad is het principieel niet eens met de keuze om de subsidies via de associaties uit te keren omdat de associatie een instellingoverkoepelende structuur is die veel minder dan de hogeronderwijsinstelling of de studentenvoorzieningen met de student in aanraking komt, terwijl sportbeoefening net een directe betrokkenheid van de student impliceert. De Vlor betreurt dan ook dat dit voorontwerp van decreet reeds geoperationaliseerd werd door een prefinanciering van de associaties in 2008.
De Vlor pleit ervoor om de subsidiëring rechtstreeks uit te keren aan de studentenvoorzieningen. De overheid kan de besteding van de middelen controleren via de beheersovereenkomst die de studentenvoorzieningen met de overheid afsluiten. Studentenvoorzieningen zijn lokaal georganiseerd en hebben rechtstreeks contact met studenten en studentenorganisaties. Bovendien organiseren zij momenteel al een heel aantal goed lopende sportieve initiatieven, die een prima hefboom kunnen zijn om het lokale sportbeleid nog extra te stimuleren. Initiatieven op sportief vlak behoren tot het werkveld van studentenvoorzieningen. Indien de decreetgever de subsidies toch aan de associaties wil uitkeren, dan vraagt de raad garanties dat studentenvoorzieningen alsnog in de procedure en organisatie (bijvoorbeeld in de overlegplatformen) worden betrokken.
Dit voorontwerp van decreet realiseert ook de erkenning en subsidiëring van een Vlaamse overkoepelende studentensportvereniging. Hierbij merkt de raad op dat de studenten onvoldoende betrokken zijn bij de werking van deze vereniging.