Programmaties duaal leren in het buitengewoon secundair onderwijs 2019-2020
De Vlor adviseerde de aanvragen voor de programmaties van nieuwe duale structuuronderdelen voor het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 en 4 vanaf het schooljaar 2019-2020. De duale structuuronderdelen kunnen ingericht worden door secundaire scholen buitengewoon secundair onderwijs.
In totaal dienden er 23 scholen 69 programmatiedossiers in voor een duale opleiding vanaf het schooljaar 2019-2020. Voor 13 scholen is het de eerste keer dat ze een duale opleiding aanvragen. Andere scholen deden al ervaring op in het kader van het project ‘schoolbank op de werkplek’. 52,2% van de aanvragen gaat over een kwalificatiefase in opleidingsvorm 3, 44,9% over een integratiefase in opleidingsvorm 3 en 2,9% over een opleiding uit de derde graad in opleidingsvorm 4.
Draagvlak voor duaal leren in buso
Het groot aantal aanvragen vanuit scholen buitengewoon onderwijs toont aan dat ze geloven in de kansen die duaal leren biedt aan leerlingen met specifieke noden en dat er draagvlak bestaat voor dit nieuw opleidingsconcept. De Vlor is al langer vragende partij hiervoor. De ervaringen opgedaan door 26 scholen uit het buso (OV3) met de opleidingen ‘kwalificatiefase Groen- en Tuinbeheer duaal’ en/of ‘kwalificatiefase Medewerker fastfood duaal’ waren hiervoor bijzonder leerrijk. De raad blijft ook vragende partij voor een verdere verbreding van het duaal leren in het buso.
Redelijke aanpassingen
De Vlor herhaalt nog eens zijn bezorgdheid over de organisatie van redelijke aanpassingen voor deze leerlingen op de werkvloer. Er is nood aan een continuüm tussen de school en de werkplek.
Positieve advisering
Op basis van de criteria die de overheid oplegt voor de beoordeling van de dossiers, werden alle dossiers positief geadviseerd. Heel wat scholen hebben immers ervaring met duaal leren of hebben ervaring met het studiegebied waarvoor ze een programmatie duaal aanvragen. Naast deze opgelegde criteria, houdt de raad ook rekening met elementen die inspelen op de specifieke situatie van het buso. In de eerste plaats de continuïteit van de lopende proeftuinprojecten. In de tweede plaats de mogelijkheden tot tewerkstelling voor de specifieke leerlingenpopulatie in de regio van de onderwijsinstelling. Er werd ook rekening gehouden met het feit of de opleiding toeleidt naar een knelpuntberoep.
De Vlor vindt het belangrijk dat scholen bij de opstart van duaal leren de kans krijgen om het stapsgewijs uit te bouwen, zowel qua expertise als qua netwerk van leerwerkplekken. De afstemming van het opleidingsaanbod binnen een regionaal overlegforum is voorlopig buiten beschouwing gelaten omdat de meeste overlegfora nog aan het opstarten zijn en niet hebben bepaald welke rol ze zullen opnemen op dit vlak.