Themazetting voor praktijkgerichte reviews 2018
Tussen 2010 en 2015 werden in opdracht van de Vlor tien praktijkgerichte reviews opgesteld. In dit advies stelt de Vlor twee thema’s voor nieuwe reviews voor. Deze thema’s vertegenwoordigen actuele en toekomstgerichte kennisnoden van de leden van de Vlor. Praktijkgerichte literatuurstudies die een overzicht bieden van de actuele stand van de wetenschap over die kennisnoden, kunnen daaraan tegemoetkomen. Dit voorstel spoort met de andere initiatieven die deel uitmaken van een globaal plan voor praktijkgericht onderwijsonderzoek en evidence-informed onderwijs.
Uit een uitgebreide lijst van kennisbehoeften werden via toepassing van criteria en prioritering twee thema’s geselecteerd. De criteria zijn:
-
Het thema wordt ervaren als een nood aan (clustering van) kennis over actuele en toekomstige uitdagingen voor onderwijs. Het komt nog niet als dusdanig aan bod binnen SONO;
-
Een review over dit thema kan leiden tot implementatie, m.a.w. een antwoord bieden op de kennisvragen waarmee practici aan de slag kunnen gaan;
-
Er is (voldoende) internationale onderzoeksliteratuur beschikbaar over het thema zoals het uit de vraagstelling blijkt.
Het eerste thema is ‘Begrijpend leesdidactiek (niveau eindtermen basisonderwijs)’. Via een nieuwe review kunnen een aantal openstaande, actuele en toekomstgerichte vragen over begrijpend lezen, onder meer n.a.v. de PIRLS-resultaten, beantwoord worden. Die vragen betreffen o.a. de groeiende diversiteit in de leerlingenpopulatie en de verandering in de aard van tekstuele bronnen in de leefwereld van kinderen en jongeren. Die uitdagingen stellen de bestaande didactische kaders in vraag. De Vlor wil deze vragen beantwoord zien vanuit een breed perspectief op leesdidactiek. Deze review komt ook tegemoet aan de vraag van de Vlor naar meer impulsen voor vakdidactisch onderzoek.
Het tweede thema is ‘Talentgericht werken (Brede talentontwikkeling)’. Deze review richt zich op het in beeld brengen van talenten, de verdere ontwikkeling ervan en het proces van begeleiding in onderwijs. Dit krijgt nu vaak onvoldoende een plaats in het schoolgebeuren en leidt er onder andere toe dat leerlingen eenzijdig, namelijk op basis van resultaten op cognitieve toetsen, georiënteerd worden naar een verdere schoolloopbaan. De vraagstelling focust op wat talentontwikkeling betekent voor leerlingenbegeleiding, onderwijsloopbaanbegeleiding en oriëntering in functie van studiekeuze, zowel vanuit het perspectief van de leerling als dat van de school/het curriculum. De Vlor vindt dit relevant voor het basis- en voor het secundair onderwijs.