Inspiratiedag: Internationale tendensen hogeronderwijsbeleid
We bevinden ons momenteel op een scharniermoment. Het Bolognaproces werd 25 jaar geleden opgestart, en dat heeft in het Vlaamse hoger onderwijs tot een grote omwenteling geleid. Intussen is het hoog tijd voor een evaluatie van dat proces, lezen we in het Vlaams Regeerakkoord 2024-2029 en de Beleidsnota Onderwijs 2024-2029.
Tegelijkertijd stellen we vast dat er vanuit het Europese niveau verschillende tendensen op ons hoger onderwijs af komen. Denk maar aan het voorstel van de Europese Commissie rond het European Degree (een universeel erkende kwalificatie als resultaat van een transnationale samenwerking tussen hogeronderwijsinstellingen), maar bijvoorbeeld ook aan de European Universities Alliances die al enkele jaren geleden zijn gestart en ondertussen volop werden uitgerold.
De opkomst van deze tendensen brengt ons tot de vraag: Hoe komt het dat we 25 jaar na de opstart van het Bolognaproces nu toch een aantal nieuwe impulsen lijken nodig te hebben? En wat is noodzakelijk om de ambities die we al langer nastreven rond de eenmaking van een hogeronderwijsruimte ten volle waar te maken?
Op 21 februari 2025 organiseerde de Vlaamse Onderwijsraad een inspiratiedag waarop deze vragen centraal stonden. Het doel was niet alleen een terugblik op 25 jaar Bolognaproces en een stand-van-zaken van de huidige tendensen op Europees niveau. “We wilden ook bijdragen tot visievorming, om geïnformeerd en proactief te kunnen inspelen op wat er op ons afkomt”, zoals Mieke Van Herreweghe, voorzitter van de Raad Hoger Onderwijs van de Vlor, aangaf in haar welkomstwoord.
“De drijvende kracht achter de inspiratiedag is de Vlor-werkgroep Internationale tendensen hogeronderwijsbeleid”, gaf Frederik De Decker aan, die samen met Stijn Coenen het voorzitterschap van de groep opneemt. Deze groep heeft al een lange traditie in de opvolging van het Bolognaproces en ook andere thema’s die raken aan internationale tendensen.
Een synthetiserend kader - Keynote Robert Wagenaar
Robert Wagenaar (Hoogleraar geschiedenis en politiek van het hoger onderwijs, Rijksuniversiteit Groningen) bracht een synthetiserend kader rond internationalisering als deel van het huidige hogeronderwijsysteem. Zijn keynote omvatte een bevlogen terugblik op 25 jaar Bolognaproces, met een inkijk in de huidige Europese tendensen, zoals het Higher Education Package/European Degree, de European Universities Alliances, Erasmus Mundus, ECTS, etc.
Hij benadrukte dat de opbrengst van 25 jaar Bolognaproces indrukwekkend is, en dat geen enkele andere regio ter wereld zich zo goed heeft georganiseerd op het gebied van het hoger onderwijs. Anno 2025 staan we echter opnieuw op een cruciaal punt om keuzes te maken rond: de verdediging van de Europese waarden, de verdieping van internationale samenwerking via allianties, de versterking van ons erkenningsinstrumentarium via het European Degree, de nood aan verdere samenwerking met de arbeidsmarkt, en de inbedding van computer- en informatietechnologie in hoger onderwijs.
Een studentenperspectief - Keynote Michael Hörig en Alexander Van de Sande
Als tweede keynotespreker nam Michael Hörig het woord. Hij is momenteel directeur van de DAAD (Deutscher Akademischer Austauschdienst) in Brussel, en was bij de start van het Bologna-proces VVS- en nadien ESU-vertegenwoordiger. Hörig blikte vanuit het studentenperspectief kritisch terug op 25 jaar Bologna: Als hij terug in de schoenen van studentenvertegenwoordiger van toen gaat staan en – vanuit zijn positie als professional – daarop terugblikt, wat is dan zijn analyse?
Volgens Hörig is er geen twijfel mogelijk over het succes van het Bolognaproces voor Vlaanderen en voor Europa. Dankzij het proces werd het Vlaamse hoger onderwijs wereldwijd op de kaart gezet. Tegelijk gaf hij een inkijk in de ontwikkelingen doorheen het proces. Zo wees hij bijvoorbeeld op het essentieel belang van studentenvertegenwoordiging, en op de positieve impact die dat heeft gehad op het draagvlak bij de initiële vormgeving en uitrol van het Bolognaproces.
Tegelijk bevestigde hij de analyse van Wagenaar dat er intussen opnieuw nood is aan de hervorming van structuren of de ontwikkeling van nieuwe. Zeker in de huidige geopolitieke context moeten we ernaar streven om Europa samen te brengen en via (hoger)onderwijsthema’s verder richting te geven aan de integratie. Hörig riep de lidstaten op om het hiertoe zelf het heft in handen te nemen.
De keynote van Hörig werd aangevuld door een reflectie vanuit een actueel studentenperspectief, gebracht door Alexander Van de Sande, huidig studentenvertegenwoordiger en voormalig bestuurder internationaal bij VVS (Vlaamse Vereniging van Studenten). Hij gaf aan dat het Bolognaproces niet meer in diezelfde mate leeft onder studenten als in de beginjaren, zoals geschetst door Hörig, en wees ook op een evolutie: Terwijl studenten in de initiële fasen van het Bologna proces volop geijverd hebben voor hun betrokkenheid bij het proces, zijn er anno 2025 tal van mogelijkheden voor studenten om vertegenwoordiging op te nemen. En dat brengt andere uitdagingen met zich mee. Vlaamse studentenvertegenwoordigers botsen vandaag op grenzen, die zijn ingegeven door de veelheid aan vragen die ze ontvangen en de capaciteitsproblemen die ze ervaren, de combinatie van vertegenwoordiging met het verstrengde studievoortgangsbeleid, en het vrijwillige karakter op basis waarvan ze hun engagement opnemen. Van de Sande hield een sterk pleidooi voor meer erkenning en bekendheid van het werk dat studentenvertegenwoordigers opnemen, en bijhorend ook meer ondersteuning en meer incentives.
Break-out sessie rond sociale dimensie
Vanuit Vlaanderen hebben we in het kader van het Bolognaproces steeds ingezet op de sociale dimensie. Dat omvat alle kwesties rond democratisering, participatie, inclusie, etc. In dit rondetafelgesprek wisselden we uit rond de vraag: Welke noden zijn er bij de hogeronderwijsinstellingen en op Vlaams niveau, rond de sociale dimensie? De bevindingen van het PLAR-U-PAGs project (Peer Learning Activities and Resources to Underpin the Principles and Guidelines for Social Dimension across the European Higher Education Area), dat de nationale overheden en hogeronderwijsinstellingen wil ondersteunen bij de implementatie van de principes en richtlijnen rond de sociale dimensie, vormden het vertrekpunt voor het gesprek. Tijdens de uitwisseling bleek de communicatie over de ondersteuningsmogelijkheden een belangrijke succesfactor te zijn. Vanuit studentenperspectief werd vooral het belang benadrukt van studentenbegeleiding doorheen de instroom, doorstroom en uitstroom in hoger onderwijs, en van financiering om diversiteit te omarmen en te kunnen bijdragen tot gelijke kansen en inclusie.
Break-out sessie rond duurzame samenwerking
Hoe kunnen we de duurzame samenwerking tussen instellingen sterker ondersteunen? Daarbij spitsten we ons in eerste instantie toe op het European Degree en de European Universities Alliances, die deze duurzame samenwerking willen bevorderen. We vertrokken o.a. van de bevindingen van twee instellingen die betrokken waren bij de pilots van het European Degree. Een derde instelling, die geen deel uitmaakt van een alliantie, vertelde hoe ze zonder gebruik te kunnen maken van de Europese incentives, toch werk maken van duurzame samenwerking. In dit rondetafelgesprek kwam de gedeelde nood aan uitwisseling over duurzame (internationale) samenwerking naar voren, en de nood aan structurele overlegorganen op Vlaams niveau om dat te realiseren.
Break-out sessie rond structuren
Als we kijken naar ons systeem in Vlaanderen, dat door Bologna meer open geworden is en samenwerking faciliteert, welke structuren moeten dan verder worden aangepakt? Het Bologna Implementation Report, waar Vlaanderen via verschillende indicatoren wordt afgezet tegenover enkele andere Bologna-landen, vormde een invalshoek voor het gesprek. In deze derde break-out sessie focusten we op deze structuren waarbij we in Vlaanderen keuzes hebben gemaakt die bijzonder zijn in vergelijking met andere landen. We denken dan concreet aan banaba’s en manama’s, eenjarige masters, het onderscheid tussen professionele en academische bacheloropleidingen, en het feit dat de graduaten in Vlaanderen in het hoger onderwijs zijn ingekanteld.
Plenaire slotreflecties
“Goed terugkijken helpt om goed vooruit te kijken”, stelde co-voorzitter Stijn Coenen in de slotreflecties die hij ten persoonlijke titel bracht. In zijn terugblik op 25 jaar Bologna lichtte hij er als eerste element vertrouwen uit: tussen partners, tussen systemen, en tussen elementen. We zijn vandaag opnieuw op zoek naar instrumenten die het vertrouwen terug kunnen herstellen. Ten tweede zijn er ook drivers nodig, en daarbij denkt Coenen niet alleen aan mensen die de energie hebben om de volgende 25 jaar waar te maken, maar ook aan de ontwikkeling van instrumenten die een gevoel van ‘FOMO’ teweegbrengen. Ten derde gaf hij aan dat de aanwezigheid van studenten rond de tafel bij dergelijke processen onmisbaar is.
Wat betekent dat nu voor onze vooruitblik? De zichtbaarheid van het Bolognaproces moet terug omhoog, stelde Coenen. Dat impliceert dat er in Vlaanderen nood is om zaken in beweging te brengen, als katalysator. Denk bijvoorbeeld aan de graduaten die in verschillende landen een andere plaats krijgen in het onderwijssysteem maar zich toch op niveau 5 van de kwalificatiestructuur bevinden. Dat roept vragen op rond het regelgevend kader, en dus rond de zichtbaarheid van het werk van iedereen die zich hierin engageert en de vertaling daarvan richting instrumenten. Of denk aan het belang van een open en toegankelijk hoger onderwijs, wat mede een verdienste is van het Bolognaproces. Toch stelt Coenen vast dat het huidige discours niet steeds bijdraagt tot democratisering. Tot slot wees hij op het belang van ‘meer Europa’ – en dat vraagt een politieke verantwoordelijkheid.
Coenen sloot zijn slotreflecties af met de vaststelling dat “deze studiedag sneller uitverkocht was dan Tomorrowland”. Daarmee duidde hij niet enkel op de grote nood aan een dergelijk evenement. Hij benadrukte zo ook de ambitie om via deze inspiratiedag bij te dragen aan de evaluatie van 25 Bolognaproces zoals ingeschreven in het Regeerakkoord – en om hierover in gesprek te gaan met (hoger)onderwijsveld én vooral ook samen met beleidsmakers. Hij deed een oproep aan alle aanwezigen om dit thema blijvend op de agenda te plaatsen.