Advies over enige elementen discussienota Hertekening landschap secundair onderwijs
Toen minister Vanderpoorten haar eerste versie van de discussienota Hertekening van het onderwijslandschap in het secundair onderwijs voorstelde, besloot de Raad Secundair Onderwijs zich in zijn advies te concentreren op drie vernieuwingen die al in september 2003 of 2004 zouden ingaan: 32 lesuren voor alle leerlingen, aanpassing van de eerste graad en het diploma secundair onderwijs na 6 BSO.
Voor alle leerlingen 32 uur per week
De Raad Secundair Onderwijs is, net als de minister, bezorgd over de waardering van het TSO-BSO, maar gelooft dat het voorstel om alle leerlingen voortaan 32 lesuren te laten volgen vooral is ingegeven door besparingsoverwegingen. De maatregel maakt het de diverse studierichtingen moeilijker om hun eigenheid te bewaren, en scholen krijgen het zwaarder om vorming te verstrekken in een aangepaste leeromgeving.
De eerste graad
De Raad Secundair Onderwijs is weinig enthousiast over de voorstellen voor een nieuw opgelegde, brede eerste graad. In het onderwijsveld bestaan al heel wat modellen om de eerste graad in te vullen – de minister kan die beter even onder de loep nemen voordat ze met nog een nieuw model op de proppen komt. De pedagogisch-didactische invulling behoort overigens tot de vrijheid van de onderwijsverstrekkers. De raad pleit ervoor om die lokale autonomie te behouden.
Diploma secundair onderwijs na 6 BSO
Leerlingen die slagen in 6 BSO zouden in de toekomst een diploma secundair onderwijs behalen. Nu krijgen zij dat pas na 7BSO. Maar in tegenstelling tot hun collega's van ASO, TSO en KSO zouden ze daarmee niet automatisch toegang krijgen tot het hoger onderwijs. Gemotiveerde BSO-leerlingen zouden zich via een ‘schakelmodule' voorbereiden op een vervolgstudie in het hoger onderwijs en zo hun slaagkansen verbeteren. De Raad Secundair Onderwijs vindt dat het diploma secundair onderwijs dezelfde betekenis en hetzelfde civiel effect moet hebben voor alle onderwijsvormen. De naamsverandering van het ‘studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad‘ in ‘diploma secundair onderwijs' biedt geen oplossing voor de gelijkwaardigheid van startkwalificaties. Ze vervangt de ongelijkheid in het moment van uitreiking door een ongelijkheid in toegang tot het hoger onderwijs.
De Raad Secundair Onderwijs vindt ten slotte dat met geen van de drie voorstellen gestart kan worden, zolang er geen grondig debat is gevoerd over de samenhang tussen de verschillende voorstellen uit de discussienota.