Duurzame innovatie en professionalisering in arbeidsmarktgericht onderwijsAdvies naar aanleiding van InnoVET

Afgelopen twee jaar coördineerde de Vlor de eerste cyclus van het project InnoVET. Dat gaf 13 innovatieve trajecten in het bso en tso de kans om via innovatie de kloof te verkleinen tussen de klasvloer van arbeidsmarktgerichte scholen en de werkvloer en om leraren te professionaliseren. Geïnspireerd door de ervaringen met de eerste reeks InnoVET-projecten, bracht de Vlor op eigen initiatief een advies uit over professionalisering in innovatief arbeidsmarktgericht onderwijs.

Innovatie binnenbrengen in arbeidsmarktgericht onderwijs is belangrijk om leerlingen goed voor te bereiden op hun toekomstige loopbaan. Daartoe moeten in de eerste plaats hun leraren vertrouwd zijn met de nieuwste inzichten en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Zij hebben toegang nodig tot die expertise en de nodige infrastructuur, om vervolgens samen met de pedagogische begeleiding de pedagogisch-didactisch vertaling te maken. De Vlor formuleert de voorwaarden om innovatie binnen te brengen én ervoor te zorgen dat ze structureel verankerd wordt door van meet af aan in te zetten op duurzame professionalisering.

Langetermijnvisie

In de eerste plaats is er nood aan een langetermijnvisie op innovatie en professionalisering. Projecten zijn een waardevolle motor om innovatie op te starten en om te experimenteren. Maar om te vermijden dat innovatie stilvalt, is er nood aan voldoende langdurige financiering. Enkel dan kunnen scholen echt een traject aangaan en kunnen ze voor langere tijd samenwerken met alle partners. Op die manier kunnen ze hun inzichten verduurzamen en ook effectief implementeren en verspreiden naar andere scholen.

Regie bij Onderwijs

Onderwijs moet ook zelf de regie in handen kunnen nemen over innovatie en de verduurzaming ervan. Door bestaande structuren en middelenstromen, verschuift de regie van arbeidsmarktgericht onderwijs echter steeds meer naar het beleidsdomein Werk. Daardoor komt de onafhankelijkheid van scholen ten aanzien van sectoren en ondernemingen soms in het gedrang. De eindverantwoordelijkheid over een opleidingstraject moet altijd bij onderwijs blijven liggen.

Netwerk partners, met duidelijke complementaire rollen

Scholen hebben nood aan een breed, laagdrempelig en nabij netwerk van scholen(gemeenschappen) met hun pedagogische begeleiding, met hogescholen en universiteiten, met de RTC, met sectororganisatie, ondernemingen en andere (regionale) partners. We zetten de rollen van al die partners uiteen, waarbij drie principes vooropstaan: duidelijkheid, complementariteit en efficiëntiewinst. We pleiten voor extra ruimte voor scholen, maar ook om de grenzen te verleggen binnen de bestaande middelen via beleidsvoerend vermogen, schoolorganisatie en samenwerking.

Evenwaardige toegang

Tot slot vragen we garanties voor brede toegankelijkheid tot vernieuwingen voor alle scholen, ongeacht de regio waar ze gelegen zijn.

Download hier het volledige advies (PDF, 269.85KB)