Uitvoeringsbesluit decreet titel van beroepsbekwaamheid
De Vlaamse Onderwijsraad bracht in 2003 tweemaal advies uit over het decreet over de titels van beroepsbekwaamheid. In het advies over het ontwerp van uitvoeringsbesluit herhaalt hij eerst kort zijn algemene standpunten:
- samenhang en afstemming tussen de verschillende certificeringsstelsels zijn onmisbaar, net als duidelijkheid voor de buitenwereld;
- een kwalificatiestructuur moet de gelijkwaardigheid tussen de stelsels van certificering waarborgen;
- een titel van beroepsbekwaamheid kan geen bijkomende voorwaarde zijn voor toegang tot de arbeidsmarkt;
- onderwijsinstellingen moeten een rol kunnen spelen bij het toekennen van titels van beroepsbekwaamheid.
Het ontwerp van uitvoeringsbesluit introduceert nieuwe begrippen als competentiebewijs, talentenpas en succescriteria. De raad heeft daar een aantal bemerkingen over. Hij wil ook dat het besluit een duidelijk onderscheid maakt tussen ‘begeleider' en ‘beoordelaar'.
De SERV ontwikkelt de standaarden voor de titels van beroepsbekwaamheid. Enkel leden van een interdepartementale stuurgroep kunnen daarover opmerkingen maken. Maar daarin zetelen geen vertegenwoordigers van de onderwijs- en opleidingssector. De raad wil de mogelijkheid inbouwen om experts van onderwijs- en opleidingsorganisaties te raadplegen.
De raad formuleert bedenkingen en suggesties over de lijst van erkende studiebewijzen die het departement Onderwijs opstelt. Die lijst zou per beroep opsommen welke studiebewijzen de vereiste competenties omvatten; zoals de standaarden omschrijven. Daar horen ook “competentiebewijzen” bij. De raad vindt dat elke leerling die zijn onderwijstraject niet afsluit met een diploma, wel een competentiebewijs zou moeten kunnen bekomen. Bovendien vallen veel studiebewijzen uit het hoger onderwijs ook onder de definitie van een competentiebewijs. De raad vraagt duidelijkheid over de verhouding tussen titel van beroepsbekwaamheid, kwalificatiegetuigschriften van DBSO en studiebewijzen van SYNTRA. Opleidingen van het deeltijds onderwijs moeten eveneens opgenomen kunnen worden in de lijst van erkende studiebewijzen.
De raad zou de erkenning en de financiering van de beoordelingsinstanties graag in aparte procedures geregeld zien. Bovendien vraagt hij om na te denken over de toekomstige financiering van dit systeem van titels van beroepsbekwaamheid. Nog tot 2007 gebeurt dat met projectfinanciering van het Europees Sociaal Fonds. Het zou jammer zijn nu geen scenario te ontwikkelen voor de jaren daarna.