Zorgcoördinatie in het basisonderwijs
De Raad Basisonderwijs heeft op eigen initiatief advies uitgebracht over de invulling van de uren zorgcoördinatie. Het advies bevat zowel beleids- als praktijkrelevante standpunten.
De raad is tevreden dat de minister de toekenning van uren zorgcoördinatie loskoppelt van het lidmaatschap van een scholengemeenschap. Hij pleit voor ruime autonomie voor de scholen om de uren in te vullen. Het advies spreekt trouwens altijd over de invulling van de uren zorgcoördinatie, niet over de functie zorgcoördinator. De raad vindt immers niet dat de zorgcoördinatie altijd in handen moet zijn van één persoon. Op basis van haar visie op leerlingenbegeleiding kan de school bijvoorbeeld ook opteren voor een zorgteam.
Na die algemene bemerkingen stipt de Raad Basisonderwijs een aantal aandachtspunten aan. Een echt model stelt hij niet voorop omdat de startpositie van de scholen te sterk verschilt. Het advies benadrukt vooreerst dat scholen in samenspraak een visie op zorgcoördinatie moeten ontwikkelen waar het hele schoolteam zich in kan vinden. Bij de concrete uitwerking ervan verkiest de raad een continuüm van zorg waarin de klas- of groepsleraar de spilfiguur is. De verantwoordelijke(n) voor de zorgcoördinatie en de groepsleraar leggen hun deskundigheid samen om de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden.
Een ander belangrijk middel om zorgbreed onderwijs te kunnen organiseren is curriculumdifferentiatie. De raad vraagt eveneens voldoende opleiding en pedagogische begeleiding voor de verdere professionalisering van de leraren. Hij toont zich tenslotte geen voorstander van een aparte kwaliteitsbewaking zoals bij de GOK-uren. Het toezicht op de invulling van de uren zorgcoördinatie zou beter deel uitmaken van de doorlichting.