Nieuwe organisatievormen voor leerlingen met specifieke noden
Dit boek is de neerslag van een probleemverkenning met als centrale vraag: Hoe kan de onderwijsorganisatie zo optimaal mogelijk inspelen op de noden van jongeren met specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften?
Het huidige netwerk van voorzieningen voor buitengewoon onderwijs is in Vlaanderen uitgebouwd op basis van de bekende acht types en de vier opleidingsvormen in het buitengewoon secundair onderwijs. De regelgeving, organisatie en financiering van het buitengewoon onderwijs zijn opgehangen aan die typologie.
Maar deze indeling op basis van grote categorieën van ‘handicaps’ blijkt niet altijd even geschikt. Bovendien gaat de aandacht nu veel sterker naar de noden die iemand met een functiebeperking ondervindt in de interactie met zijn omgeving. Vandaar de omschrijving ‘jongeren met specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften’.
We zien een tendens waarbij enerzijds de vraag stijgt naar specifiekere leertrajecten en anderzijds mensen aangepaste zorg in gewone scholen wensen. Een continuüm van onderwijsvoorzieningen kan hierop een antwoord bieden.
Met de medewerking van wetenschappers en ervaringsdeskundigen onderzocht de Vlaamse Onderwijsraad verschillende aspecten van dit thema, zoals
- pro en contra van de huidige typologie;
- hoe de ‘handelingsgerichte diagnostiek’ het zorgprofiel van leerlingen kan helpen bepalen;
- hoe de verschillende onderwijsvoorzieningen uit het gewoon en buitengewoon onderwijs beter op elkaar kunnen inspelen en elkaar aanvullen;
- de samenwerking tussen gewoon en buitengewoon onderwijs;
- de samenwerking met specifieke zorginstellingen en andere sectoren.
De bijdragen van de deskundigen handelen ook over buitenlandse modellen voor onderwijs aan leerlingen met specifieke noden en schetsen de algemene juridische achtergrond.