Nood aan debat over de gevalideerde, gestandaardiseerde en genormeerde proevenAdvies naar aanleiding van de haalbaarheidsstudie over centrale toetsen
Het is een van de speerpunten in het beleid van minister Weyts om gevalideerde, gestandaardiseerde en genormeerde proeven (GGG) proeven in te voeren. De minister wil die Vlaanderenbreed afnemen in het vierde en zesde leerjaar basisonderwijs en op het einde van de eerste en derde graad secundair onderwijs. In januari 2021 bracht de Vlor al een advies uit over de proeven door een aantal essentiële voorwaarden op de agenda te zetten.
Ondertussen kreeg het beleid verder vorm en werden ook de resultaten van de haalbaarheidsstudie ‘naar de invoering van centrale toetsen in Vlaanderen’, die in opdracht van de overheid gebeurde, vrijgegeven.
De Vlor ging na hoe de resultaten van de studie zich verhouden tot de keuzes die de overheid maakt en nog moet maken.
Focus op kwaliteitsontwikkeling
Er ontbreekt een eenduidig doel van de proeven, terwijl dat zeer belangrijk is. Het is niet evident om toetsdoelen met elkaar te combineren. De perceptie van de toetsfinaliteit zal ook bepalen hoe het onderwijsveld met de proeven zal omgaan. Als de resultaten van de proeven rechtstreekse gevolgen zullen hebben voor scholen (verplicht begeleidingstraject), dan zullen ze ook voor leraren en leerlingen leiden tot gebruik met een hoge inzet (‘high stakes’). Dat wenst de Vlor niet. Kwaliteitsontwikkeling moet het voornaamste doel zijn van de proeven, zonder ‘high stakes’. Dat staat op gespannen voet met het ‘mild summatief’ scenario dat de minister beoogt.
Openbaarheid resultaten
De Vlor blijft ook zeer bezorgd en tast nog in het duister over hoe de overheid met de resultaten van de proeven zal omgaan in het kader van openbaarheid van bestuur. Er is een degelijk en sluitend juridisch kader nodig om te garanderen dat de overheid, scholen of andere actoren op geen enkele manier en in geen enkele vorm de resultaten publiek kan, mag en zal maken.
Nood aan grondige bijsturing beleidsproces
De haalbaarheidsstudie toont aan dat het invoeren van de proeven zeer complex is en vele uitdagingen bevat. Dat staat op gespannen voet met de voortgang van het beleid ervan. Sommige beleidskeuzes zijn reeds gemaakt en geoperationaliseerd zonder dat er met de betrokken onderwijsactoren en de samenleving de tijd genomen is om de dialoog aan te gaan. Er moet een breed debat komen met alle betrokkenen in onderwijs om na te gaan waar er draagvlak voor is en wat haalbaar is. De Vlor roept het Vlaams Parlement op om hier zo snel mogelijk werk van te maken, rekening houdend met het advies van de Vlor en met de bevindingen uit de haalbaarheidsstudie.
De snelheid waarmee de overheid werkt, creëert onzekerheid en onduidelijkheid in het onderwijsveld. De Vlor pleit voor een participatieve aanpak waarin inspraak centraal staat. Dat vraagt de nodige tijd en een stapsgewijze opbouw. De Vlor is daarbij het beste geplaatst om de stem van alle belanghebbenden te vertolken.