Vlaamse toetsen: nog fundamentele knelpuntenAdvies naar aanleiding van de conceptnota ‘Onderwijskwaliteit verder monitoren via Vlaamse toetsen’
De Vlaamse Regering keurde op 28 januari 2022 de conceptnota ‘Onderwijskwaliteit verder monitoren via Vlaamse toetsen’ goed. In eerdere adviezen problematiseerde de Vlor het ontbreken van zo’n conceptnota en een daaraan gerelateerd debat. Het is dus goed dat er nu een conceptnota is.
Debat ten gronde
In december 2021 vond een hoorzitting plaats in het Vlaams Parlement over de Vlaamse toetsen. Maar een echt parlementair debat ten gronde is er nog niet geweest, ondanks het pleidooi van de Vlor om dat te doen op basis van vastgestelde knelpunten.
Ter voorbereiding van zijn advies beluisterde de Vlor ook een aantal academische experten (Kurt Willems, Frankie Schram, Roger Standaert, Maarten Simons, Karen Heij). Daaruit bleek opnieuw dat er nog een aantal fundamentele discussies openliggen. Toch voorziet de conceptnota dat er snel een voorontwerp van decreet zal voorliggen. De Vlor roept het parlement op om eerst het debat te voeren over de fundamentele knelpunten.
Wat is leerwinst?
Het regeerakkoord kondigde expliciet aan dat de Vlaamse toetsen leerwinst in kaart zouden brengen, iets wat momenteel niet gebeurt door de bestaande toetsinstrumenten: peilingen, paralleltoetsen, interdiocesane proeven (IDP) en OVSG-toets. Het is ondertussen nog steeds niet duidelijk wat exact wordt bedoeld met het concept leerwinst.
De vraag is bijvoorbeeld welke leerwinst in kaart zal worden gebracht. Gaat dat enkel om de leerwinst tussen de twee meetmomenten binnen elk onderwijsniveau? Of zullen scholen secundair onderwijs ook zicht krijgen op de leerwinst die hun leerlingen boeken tussen het einde van het lager onderwijs en het einde van de eerste graad van het secundair onderwijs?
Uitholling onderwijs
Toetsing maakt inherent deel uit van onderwijs. De Vlor ziet daarom wel potentiële voordelen aan vormen van gestandaardiseerde toetsen. Maar alles staat of valt met de finaliteit van die toetsen, hoe ze vorm krijgen en welke voorwaarden aanwezig zijn opdat ze effectief leiden tot kwaliteitsontwikkeling.
Het is voor de Vlor fundamenteel dat de grote diversiteit aan pedagogische projecten gewaarborgd blijft, inclusief de ruimte om uit te gaan van verschillende visies op wat kwaliteitsvol onderwijs is. Die diversiteit komt door het invoeren van de Vlaamse toetsen in het gedrang.
Rankings niet te vermijden
Even fundamenteel is dat moet worden uitgesloten dat in het kader van openbaarheid van bestuur rankings ontstaan van scholen. De overheid wil decretaal uitsluiten dat in dat kader resultaten van de toetsen op niveau van de klassen en scholen opvraagbaar zouden zijn. Maar dat is juridisch niet mogelijk. Juristen wijzen erop dat de vraag niet is of er openbaarheid van de toetsresultaten komt, maar wel wanneer die er zal komen. Dat zal een verregaande (negatieve) impact hebben op de onderwijscultuur en onderwijskwaliteit. Rankings zullen niet te vermijden zijn.
Hoe verder?
Een meerderheid in de Vlor ziet te veel openstaande vragen om de vraag naar de wenselijkheid van de Vlaamse toetsen te kunnen beantwoorden. De raad roept op om de toetssystemen die nu al worden gebruikt in de scholen, te onderzoeken en te bekijken of een versterking ervan kan zorgen dat ze beantwoorden aan de vooropgestelde doelen van de Vlaamse toetsen.
Als de overheid toch wenst over te gaan tot het invoeren van de Vlaamse toetsen, dan moet de toegevoegde waarde ervan scherp gesteld worden in functie van het gestelde (eenduidig te formuleren) doel en moet duidelijk zijn hoe die het bestaande kwaliteitskader kunnen versterken. Ook dan moet er verder gebouwd worden op bestaande expertise.